Both ENDS

En
Nl
Zoeken
Nieuws / 29 January 2015

Investeringsverdragen met Nederland zijn voor ontwikkelingslanden vaak miljardenstrop

Persbericht 29 januari 2015

 

Ontwikkelingslanden zeggen steeds vaker hun investeringsverdragen met Nederland op, omdat internationale bedrijven Nederlandse bilaterale verdragen (BIT's) vaak inzetten om deze landen aan te klagen. In meer dan 75% van de gevallen gaat het niet om daadwerkelijk hier opererende multinationals maar om zogenaamde brievenbusvestigingen, die handig gebruik maken van de Nederlandse verdragen. Dat blijkt uit het rapport “Socializing Losses, Privatising Gains” van SOMO, TNI, Both ENDS en Milieudefensie dat vandaag wordt gepubliceerd.

 

Investeringsverdragen of BIT's (Bilaterale Investeringsverdragen) bieden investeerders zeer vaak vergaande vormen van bescherming. Investeerders die menen last te hebben van gewijzigd overheidsbeleid kunnen miljarden van een staat claimen via een zogenaamde Investor to State Dispute Settlement, kortweg ISDS. Vaak gaat het hierbij om nieuwe milieuwetgeving of maatregelen ter verbetering van de volksgezondheid of de financiële stabiliteit.

 

Nederlandse brievenbussen tegen grondstoffenbeleid Indonesië

Indonesië zag zich bijvoorbeeld genoodzaakt wetgeving in te trekken die dagbouwmijnen in kwetsbaar regenwoud aan banden zou leggen. Het rapport “Socializing Losses, Privatizing Gains” citeert een zaak waarbij mijnbouwgigant Newmont onder dreiging van een ISDS-claim uitgezonderd wordt van nieuwe wetgeving die gericht is op het in eigen land verwerken van grondstoffen. Indonesië wil op deze manier minder afhankelijk worden van de export van alleen maar ruwe grondstoffen– een legitiem ontwikkelingsdoel. Mijnbouwgigant Newmont zag zijn belangen hierdoor geschaadt en dreigde met een claim. Onder deze druk heeft de Indonesische regering voor het Amerikaanse bedrijf een uitzondering gemaakt. Newmont kon met deze claim dreigen via haar Nederlandse brievenbusvestiging.

 

Nederland claimland

Jaarlijks loopt er 4000 miljard euro aan buitenlandse investeringen door Nederland, waarvan 80 procent voor rekening komt van brievenbusbedrijven. Dit is het gevolg van actief beleid van de Nederlandse overheid. Een belangrijke pijler in dit investeringsbeleid is het brede scala aan investerings- en belastingverdragen. De negatieve gevolgen hiervan, zoals belastingontwijking, torenhoge schadeclaims en onwenselijke inperking van beleidsruimte, staan steeds vaker op de politieke agenda. Helaas blijven doeltreffende maatregelen vooralsnog achterwege. 

 

Geconfronteerd met de inbreuk die BIT’s en het ISDS-principe maken op beleidsvrijheid, zegde Indonesië, net als bijvoorbeeld Zuid-Afrika, zijn BIT’s met verschillende landen op. De verdragen met Nederland sneuvelden als eerste. Ook India heeft onlangs, mede als gevolg van een miljardenclaim van Vodafone (op basis van het Nederlands-Indiase investeringsverdrag), een totale herziening van de bestaande investeringsverdragen aangekondigd.

 

Krampachtig

De maatschappelijke weerstand tegen buitensporige bescherming van investeerders groeit: een consultatie van de Europese Commissie over het ISDS-mechanisme in het voorgenomen handelsverdrag tussen de EU en de VS (TTIP) leverde 150.000 reacties op, een ongekend hoge respons. Maarliefst 97 procent van de respondenten was tegen opname van ISDS in TTIP of in andere verdragen. Ondanks dat houdt Nederland nog steeds krampachtig vast aan de basisprincipes van investeringsbescherming.

 

Ambtelijke onafhankelijkheid

De Nederlandse ambtenaar die tot voor kort exclusief verantwoordelijk was voor het vormgeven van het Nederlandse investeringsbeleid en het afsluiten van Nederlandse investeringsverdragen, Nikos Lavranos, is direct overgestapt naar de bedrijvenlobbyorganisatie EFILA (European Federation for Investment Law and Arbitration), waar hij nu de functie van secretaris-generaal vervult. Deze organisatie, waarin bedrijven als Shell en Achmea vertegenwoordigd zijn, pleit voor krachtiger investeringsbescherming die de beleidsvrijheid van staten nog verder moet inperken. Volgens Lavranos zelf is de organisatie ontstaan uit ‘frustratie over het feit dat de publieke discussie over ISDS in Europa gedomineerd wordt door NGO’s die tegen investeringsbescherming zijn, omdat dit ervoor zou zorgen dat bedrijfsbelangen zwaarder wegen dan mensenrechten en het milieu’[1]


Cosmetisch

De aanpassingen van het huidige geschillensysteem zoals voorgesteld door de Europese Commissie en de Nederlandse overheid zijn vooral cosmetisch, zeggen SOMO, TNI, Both ENDS en Milieudefensie. De organisaties dringen bij de Nederlandse overheid aan op een fundamentele herziening van het investeringsbeleid, waarbij duurzame ontwikkeling en het brede maatschappelijk belang voorop staan. Binnenkort  komt Minister Ploumen met een interne analyse van het Nederlandse beleid. Maatschappelijke organisaties roepen het ministerie op de aanbevelingen uit ‘Socializing Losses, Privatising Gains’ mee te nemen in haar besluitvorming.

Lees meer over dit onderwerp