Hier vind je het laatste nieuws over het werk van Both ENDS en haar partners. Wil je op de hoogte blijven? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief of volg ons op Facebook en X.
De sluizen in de Barro Blancodam in de Tabasará-rivier in Panama, die mede door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO wordt gefinancierd, zijn sinds vorige week dinsdag 24 mei gesloten. Dat gaat volstrekt in tegen de afspraak tussen de Panamese regering en het leiderschap van de inheemse bevolking. Vorig jaar augustus spraken zij af dat het reservoir van de dam niet gevuld zou worden voordat er een nieuwe overeenkomst bereikt zou zijn tussen alle belanghebbenden. Volgens de Panamese overheid en het bedrijf Genisa dat het prioject uitvoert, gaat het nu nog alleen maar om een test. Maar de test betekent dat de stand van het water 26 meter hoger komt dan in de toekomst de bedoeling is.
“5 miljoen hectare woestijn in Niger is in 25 jaar tijd omgetoverd in een landschap waar bomen groeien, gewassen worden geteeld en vee wordt gehouden!”, roept dr. Abasse Tougiane enthousiast. “Dat is een oppervlakte groter dan Nederland!” We zijn op een lezing die Abasse samen met zijn collega Toudou Adam geeft bij Buitenlandse Zaken, over het succesverhaal van de vergroening in Niger. De zaal is nagenoeg vol, kennelijk zijn niet alleen ambtenaren van Buitenlandse Zaken, maar ook wetenschappers, afgevaardigden van NGO’s en mensen uit het bedrijfsleven geïnteresseerd in dit onderwerp. Want hoe is het mogelijk dat dit zo goed werkt, terwijl een initiatief zoals The Great Green Wall zo jammerlijk is mislukt?
De afgelopen 15 jaar heeft de productie van palmolie een enorme vlucht genomen. Hoe kan het ook anders: palmolie, geperst uit de vruchten van de oliepalm, is goedkoop en wordt gebruikt voor heel veel verschillende producten. Het zit in ijs, chocola, margarine en sauzen, maar ook in verzorgings- en cosmeticaproducten zoals lippenstift, wasmiddel, tandpasta en zeep en in biobrandstof. Helaas kleven er nogal wat bezwaren aan de toenemende vraag naar palmolie: grootschalige ontbossing, milieuvervuiling, 'landjepik' en bovenal mensenrechtenschendingen zijn in de landen waar palmolie wordt geproduceerd aan de orde van de dag.
De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en het Finse FinnFund hebben deze week aangegeven dat ze 'op zoek gaan naar een verantwoordelijke en juridische manier om zich definitief terug te trekken uit het Agua Zarca-project in Honduras'. Vorige week werd bekend dat vier verdachten zijn opgepakt in de zaak rondom de moord op de mensenrechtenactivist Berta Cáceres, die zich al jaren verzette tegen dat project. Eén van de arrestanten is de 'manager for social and environmental affairs' van Desa, het bedrijf dat het Agua Zarca-project uitvoert. Omdat het bedrijf de directe klant van FMO en FinnFund is, is de arrestatie voor de banken reden om zich te bezinnen op maatregelen.
Deze week komen meer dan dertig afgevaardigden van organisaties uit alle hoeken van de wereld naar Amsterdam. Wat hebben ze met elkaar gemeen en waarom gaan ze elkaar ontmoeten? Ze werken allemaal in hun eigen context aan duurzame ontwikkeling, milieu, de bescherming van mensenrechten of specifiek op het thema gendergelijkheid en vrouwenrechten. En ze zijn allemaal op de een of andere manier gelinkt aan de drie organisaties die met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken samenwerken in ‘GAGGA’, de Global Alliance for Green and Gender Action.
Van 19 april tot 5 mei brengt een delegatie van vier inheemse Lenca-activisten uit Honduras een bezoek aan vijf Europese landen (België, Nederland, Finland, Duitsland en Spanje) om te praten met de leden van het Europees Parlement, beleidsmakers, NGO's en financiers. De delegatieleden zullen ook demostreren en met de media en het grotere publiek praten over de repressie en de straffeloosheid in hun land. Op 2 maart 2016 werd Berta Cáceres, inheemse Lenca-leider die internationaal bekend werd om haar strijd tegen schendingen van mensenrechten, vermoord. Cáceres was het boegbeeld van inheemse organisatie COPINH en leidde al jaren het protest tegen een hydro-elektrisch project langs de rivier de Gualcarque, het zogenaamde ‘Agua Zarca-project’. Het belangrijkste doel van het bezoek van de delegatie is om de betrokkenheid van deze landen in het Agua Zarca-project en andere projecten die de inheemse Lenca-bevolking in Honduras schade berokkenen, te stoppen.
Vandaag, 15 april, schuift minister Ploumen aan bij de vooraarsvergadering van de Wereldbank. Nederland is aandeelhouder in de Wereldbank en heeft dus een stem in de besluitvorming. Op dit moment hebben projecten van de Wereldbank maar al te vaak desastreuze gevolgen voor de mensen die wonen in de gebieden waar die projecten worden uitgevoerd. Pieter Jansen van Both ENDS werkt nauw samen met mensen die dit aan den lijve ondervinden en pleit er samen met hen bij zowel de Wereldbank als de Nederlandse regering voor dat projecten van de Bank moeten voldoen aan strengere regels, zodat mensenrechten en het milieu worden beschermd.
Minder dan twee weken na de brute moord op Berta Cáceres, werd een tweede voorvechter van inheemse rechten in Honduras vermoord. De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en de Finse ontwikkelingsbank FinnFund hebben naar aanleiding daarvan aangekondigd al hun activiteiten in Honduras op te schorten. Zij verklaren niet langer te zullen investeren in nieuwe projecten en hun betalingen in huidige projecten, waaronder Agua Zarca, te zullen opschorten.
In 1959 ondertekenden Duitsland en Pakistan het eerste bilaterale investeringsverdrag in de wereld, niet wetende dat ze hiermee een nieuw tijdperk markeerden en dat vele landen hun voorbeeld zouden volgen. Momenteel bestaan er al ongeveer 3000 bilaterale investeringsverdragen (BIT's) en andere internationale investerings-overeenkomsten. Hoewel deze verdragen zowel voor de investeerder als voor het 'gastland' profijtelijk moesten zijn - voor de één zou het winst en voor de ander economische groei, werkgelegenheid en ontwikkeling opleveren - blijken ze in de praktijk voor veel gastlanden vooral grote negatieve gevolgen te hebben.
PERSBERICHT: Nederlandse baggeraars en overheid schieten tekort bij uitbreiding Suezkanaal
Baggeraars Boskalis en Van Oord én de Nederlandse overheid hebben onvoldoende rekening gehouden met mensenrechten en milieu bij de uitbreiding van het Suezkanaal in Egypte. Dat concluderen SOMO en Both ENDS in hun nieuwe rapport Dredging in the Dark. De twee Nederlandse baggeraars groeven als onderdeel van een consortium van vier bedrijven in een recordtijd het kanaal uit, met grote gevolgen voor de lokale bevolking. De Nederlandse overheid verstrekte een exportkredietverzekering zonder dat er een sociale- en milieueffectenrapportage beschikbaar was.
We zijn diep geschokt en verdrietig over de dood van Berta Cáceres, die gisterenochtend werd vermoord in haar eigen huis. Berta was de drijvende kracht achter de ‘Consejo Civico de Organizaciones Populares e Indigenas de Honduras – (COPINH ), een netwerk van maatschappelijke organisaties in Honduras die opkomen voor de rechten van inheemse gemeenschappen in het land. Deze aanslag bewijst eens te meer dat het met die rechten zeer slecht gesteld is. Wij delen de vrees van velen in en buiten de regio dat de dood van Berta Cáceres de situatie van lokale gemeenschappen verder zal verslechteren.
Ontwikkelingsbanken zoals de Wereldbank, de Asian Development Bank, de Duitse DEG en de Nederlandse FMO hebben een aantal cruciale overeenkomsten: ze opereren met publiek geld en hebben als uiteindelijk doel armoede te bestrijden en ontwikkeling te bevorderen. Maar in de praktijk blijkt dat ‘ontwikkeling’ een ruim begrip is, want lang niet iedereen profiteert van de projecten waarin door deze banken wordt geïnvesteerd. Integendeel: vaak zijn grote groepen mensen juist de dupe van de investeringen van ontwikkelingsbanken. Onder druk van maatschappelijke organisaties, waaronder Both ENDS, heeft een aantal ontwikkelingsbanken een klachtenloket ingesteld, waar gedupeerden verhaal kunnen halen.