Utrecht, 5 oktober 2022 – De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO is verantwoordelijk voor het verlies van levensonderhoud, de economische verliezen en de milieuschade die de bouw van de Barro Blanco-dam in Panama heeft veroorzaakt. Dit blijkt uit het eindverslag van het onafhankelijk klachtenmachisme van de bank. Inheemse gemeenschappen die de nadelen van de dam ondervinden, zijn blij dat hun klachten bevestigd zijn en herhalen hun vraag om excuses en een schadevergoeding.
In april 2021 kondigde de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO aan dat zij niet meer betrokken is bij het Barro Blanco project, een omstreden stuwdam in Panama. GENISA, het Panamese bedrijf dat de dam bouwde, betaalde de miljoenenlening – onverwacht – vervroegd af. De vraag is in hoeverre FMO, nu het zich uit het project heeft teruggetrokken, nog verantwoordelijkheid neemt om de schade en het leed dat is veroorzaakt met de financiering, op te lossen.
Grootschalige infrastructuur heeft ter plekke negatieve effecten voor mens en milieu, terwijl de baten elders terechtkomen. Both ENDS zet zich in voor inspraak voor de lokale bevolking en onderzoekt de geldstromen achter deze projecten.
De Barro Blanco-dam in Panama zet inheems land onder water, met financiering uit Nederland. Both ENDS maakt zich hard voor de naleving van de rechten van de inheemse gemeenschappen rond de dam.
Het sluiten van de omstreden Barro Blanco-dam vorig jaar heeft niet alleen tot materiële, maar ook culturele schade geleid in de getroffen Ngäbe-Buglé gemeenschappen in Panama. FMO, een van de financiers, neemt tot nu toe geen verantwoordelijkheid voor de mensenrechtenschendingen bij dit project. Hoe moet het nu verder?