Nederland verstrekt jaarlijks exportkredietverzekeringen en –garanties ter waarde van 1,5 miljard euro aan Nederlandse bedrijven die actief zijn in de olie- en gassector in het buitenland. Deze ondersteuningbedraagt anderhalf keer het jaarlijkse bedrag dat het kabinet-Rutte uittrekt voor klimaatinitiatieven wereldwijd. De beoogde effecten van het Nederlandse internationale klimaatbeleid worden door deze fossiele exportsteun meer dan teniet gedaan. Dat is de conclusie van een nieuw rapport van Both ENDS, dat vandaag is gepubliceerd.
Nederland draagt als groot handelsland en internationale investeerder flinke verantwoordelijkheid voor wereldwijde klimaatverandering, maar is tegelijkertijd deel van de oplossing. Om de ambities op het gebied van klimaat waar te maken, zou Nederland urgent een aantal cruciale stappen moeten nemen.
Both ENDS heeft deze stappen in de vorm van een aantal aanbevelingen op een rij gezet voor Kamerleden die op de COP27 aanwezig zijn, maar ook voor andere Nederlandse beleidmakers en geïnteresseerden.
Een groep maatschappelijke organisaties, waaronder Both ENDS, doet een oproep aan de grootste financiële instellingen van Nederland voor daadkrachtige klimaatactie. De brief is verstuurd aan de CEO's en bestuursvoorzitters van de banken ABN AMRO, ING en Rabobank, pensioenfondsen ABP en PFZW, verzekeraars NN Group (Nationale Nederlanden), Achmea en Aegon en kredietverzekeraar Atradius.
De wereld moet van fossiele brandstoffen af, maar er wordt momenteel nog volop in de sector geïnvesteerd. Beleggers uit alle hoeken, zoals banken, verzekeraars en pensioenfondsen lijken huiverig om de overstap te maken naar duurzame energie en weten niet goed waar te beginnen. Samen met de organisaties DivestInvest Network en Sustainable Energy (Denemarken) publiceerde Both ENDS in de herfst van 2019 het rapport ‘Managed Decline of Fossil Fuel Businesses’, waarin vijf criteria zijn beschreven om te toetsen of bedrijven in de fossiele sector actief werken aan het afbouwen van hun fossiele activiteiten. De vijf criteria helpen investeerders beleggingen te kiezen die in lijn zijn met het Parijsdoel ‘max 1,5 graden Celsius opwarming’. We spraken met Lars Jensen, Senior Analist bij Sustainable Energy en hoofdauteur van het rapport.
Hoewel demissionair minister Kamp in mei dit jaar stelde dat fossiele brandstoffen in Nederland niet worden gesubsidieerd, ondersteunt Nederland de fossiele sector met ruim 7,6 miljard euro per jaar in binnen- en buitenland (1). Dat blijkt uit het vandaag uitgekomen rapport ‘Phase-Out 2020: Monitoring Europe’s fossil fuel subsidies’ van het Overseas Development Institute (ODI) en Climate Action Network Europe (CAN-Europe). Nederland heeft al in 2009 internationale afspraken gemaakt (2) om subsidies voor fossiele brandstoffen uit te bannen. Milieudefensie en Both ENDS, beide lid van CAN-Europe, vragen aandacht voor deze bevindingen omdat ze het onacceptabel vinden dat de overheid op deze manier de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in stand houdt.
Olie- en gasbedrijven beweren vaak dat zij een deel van de oplossing voor de klimaatcrisis zijn, maar de realiteit is heel anders. In deze vandaag uitgekomen publicatie worden de huidige klimaatplannen van acht van de grootste olie- en fossielgasbedrijven - BP, Chevron, Eni, Equinor, ExxonMobil, Repsol, Shell en Total - geanalyseerd. En wat blijkt: met geen enkele van de in het onderzoek geëvalueerde klimaatstrategieën, plannen en toezeggingen wordt het belangrijkste klimaatdoel van Parijs - de opwarming van de aarde moet onder 1,5 graden Celcius blijven - gehaald.