De minister voor Internationale Handel en Ontwikkelingssamenwerking werkt aan een Internationale Klimaatstrategie. Een groep van negen Nederlandse maatschappelijke organisaties waaronder Both ENDS, roept vandaag in een brief (zie download-knop) op tot een strategie die de impact van onze uitstoot op ontwikkelingslanden beperkt en die de miljoenen mensen in de meest kwetsbare posities in staat stelt te overleven op een warmere aarde.
In deze pandemie staat de wereld op zijn kop. Bij ons is het gewone leven ontwricht. Veel mensen lijden onder de polderlockdown, al hebben wij gelukkig voldoende veerkracht en vangnetten om aan onze meest urgente noden te kunnen voldoen. Buiten Nederland ontbreekt die weerbaarheid helaas maar al te vaak. Zeker in landen waar de publieke zorgstructuren zwak zijn en waar mensen in een totale lockdown zitten. Want lokale gemeenschappen die vandaag opgehokt zitten, kunnen morgen al honger hebben. En hulp en geld stroomt daar niet als vanzelfsprekend naar de meest kwetsbare burgers. Daar is dus extra financiële steun urgent.
Op dinsdag 28 juni stuurde een groep maatschappelijke organisaties uit Europa en uit Mozambique, waaronder Both ENDS, een brief naar de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdiensten en naar de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In de brief roepen de organisaties op om de beslissing tot het verlenen van exportondersteuning ter waarde van bijna een miljard euro voor onder andere baggerbedrijf Van Oord, terug te trekken.
Atradius DSB, de exportkredietverzekeraar die in naam van de Nederlandse Staat exportkredietverzekeringen verstrekt aan grote, risicovolle projecten, zegde deze steun vorig jaar toe aan het baggerbedrijf voor activiteiten in een omstreden gaswinningsproject in het noorden van Mozambique.
Voor de brief, zie de download-knop.
Lieke Ruijmschoot volgde de afgelopen maanden de debatten in de Tweede Kamer rond ontwikkelingssamenwerking, ofwel Handel en Hulp. Het duurde even voordat zij de spelregels van het debatteren doorhad. Om andere nieuwkomers op de publieke tribune alvast wat handvatten te geven en het ze makkelijker te maken, zet Lieke dat wat ze in de afgelopen maanden heeft geleerd uiteen in een handzame column in ViceVersa: 'De spelregels van de Kamer'
Minister Ploumen van Hulp en Handel is voor de tweede keer binnen een jaar voor een handelsmissie naar Brazilië. “Want”, zegt ze op de site van de Rijksoverheid, “voor Nederlandse bedrijven liggen er veel kansen in Brazilië. Buitenlandse handel betekent ook binnenlandse banen.” Nederland staat nu al in de top vijf van grootste exportpartners van Brazilië. Maar wie profiteert er in Brazilië zelf eigenlijk van deze stevige handelsrelatie? Om de minister en haar reisgenoten - meer dan veertig vertegenwoordigers van evenzoveel Nederlandse bedrijven- attent te maken op die vraag, stuurde Both ENDS haar een brief.
De Nederlandse minister voor Handel en Hulp betreurt het dat een deel van de Ngäbe-Buglé stam ontevreden is met het verder bouwen van de Barro Blanco dam in de Tabasara rivier in Panama. Ploumen antwoordde dit op kamervragen van Jasper van Dijk (SP).
Nederland is bij de bouw van die omstreden dam betrokken door de lening die de ontwikkelingsbank FMO heeft verstrekt. Ploumen wil er bij de FMO niet op aandringen dat de bank zijn lening terugtrekt, ook al is er sprake van een schending van een basaal mensenrecht; van ‘free, prior and informed consent’ bij een deel van de Ngäbe is geen sprake. Voor Both ENDS kijkt Anouk Franck naar de gevolgen van de leningen van de FMO.
“De branden hebben proporties aangenomen die we nog nooit eerder hebben meegemaakt.”
Grote delen van Zuid-Amerika zijn momenteel in rook gehuld. Van Buenos Aires tot São Paulo en Asunción hebben mensen moeite om adem te halen door de ongekende bosbranden die woeden op het continent, aangewakkerd door extreme droogte, de uitbreiding van de landbouw en de stijgende temperaturen als gevolg van de klimaatverandering.
Vandaag wordt in de Tweede Kamer gedebatteerd over het Dutch Good Growth Fund, (DGGF) dat in 2012 in het leven werd geroepen onder Minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het fonds heeft als doel ‘ontwikkelingsrelevante handel’ te bevorderen: import en export die niet alleen goed zijn voor Nederland, maar ook voor de bevolking in de (arme) landen waar zaken mee wordt gedaan. Maar de vraag is of dat dat in de praktijk zo zal werken. Volgens Anouk Franck van Both ENDS ligt de nadruk in het DGGF teveel op handel en beperkt het zich teveel tot puur economische factoren. Dit blijkt ook uit het kritische rapport van ActionAid, SOMO Both ENDS waaraan zij meeschreef en dat zojuist is verschenen.