Rijke landen, waaronder Nederland, verleenden sinds het ondertekenen van het klimaatakkoord van Parijs bijna 50 keer zoveel exportsteun aan projecten gerelateerd aan fossiele brandstoffen als aan projecten voor schone energie in vier Afrikaanse landen. Dat blijkt uit een onderzoek van vijf milieuorganisaties uit Ghana, Nigeria, Togo en Oeganda in samenwerking met Milieudefensie en Both ENDS. De rijke landen verzekerden via hun exportkredietverzekeraars energieprojecten met een totale waarde van 11 miljard US dollar. De helft van deze exportsteun is gerelateerd aan fossiele brandstoffen. Slechts 1% ging naar duurzame hernieuwbare energie.
Op woensdag 14 april lanceerden zeven landen, waaronder Nederland, een initiatief genaamd Export Finance for Future (E3F), waarin ze een aantal ambities vastleggen met betrekking tot het afbouwen van exportondersteuning voor de fossiele sector. Maatschappelijke organisaties, inclusief Both ENDS, zijn blij met deze stap, maar de landen zullen zich toch moeten committeren aan veel ambitieuzere doelen dan die welke nu zijn gepresenteerd. Zij stelden daarom een verklaring op met de volgens hen zwakke punten van het door E3F voorgestelde beleid, aangevuld met aanbevelingen voor verbeteringen.