Rijke landen, waaronder Nederland, verleenden sinds het ondertekenen van het klimaatakkoord van Parijs bijna 50 keer zoveel exportsteun aan projecten gerelateerd aan fossiele brandstoffen als aan projecten voor schone energie in vier Afrikaanse landen. Dat blijkt uit een onderzoek van vijf milieuorganisaties uit Ghana, Nigeria, Togo en Oeganda in samenwerking met Milieudefensie en Both ENDS. De rijke landen verzekerden via hun exportkredietverzekeraars energieprojecten met een totale waarde van 11 miljard US dollar. De helft van deze exportsteun is gerelateerd aan fossiele brandstoffen. Slechts 1% ging naar duurzame hernieuwbare energie.
Bijna veertig maatschappelijke organisaties en netwerken uit de hele wereld, waaronder Both ENDS, stuurden vandaag een brief aan minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris Vijlbrief van Financiën. Ze vragen de bewindslieden ervoor te zorgen dat de verruiming van de exportkredietverzekering vanwege de coronacrisis, bijdraagt aan groen herstel.
Op 25 maart jl, een dag na bloedige aanslagen in Noord-Mozambique, besloot de Nederlandse staat tot een exportkredietverzekering ter waarde van 900 miljoen euro voor de activiteiten van baggeraar Van Oord in het land. Het bedrijf voert baggerwerkzaamheden uit in een zeer omstreden gasproject dat volgens Mozambikaanse belangengroepen een belangrijke rol speelt in het escalerende geweld in de regio. Maatschappelijke organisaties Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International en de Mozambikaanse organisaties waarmee zij samenwerken, zijn geschokt over de gang van zaken en roepen de Nederlandse overheid en de Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB ter verantwoording.
Vandaag brengen Milieudefensie en Both ENDS een rapport uit 'Bescherming voor klimaatvervuilers: Nederlandse investeringsverdragen als obstakel voor de energietransitie'. Het rapport concludeert onder andere dat de vijf grootste olie- en gasbedrijven in de wereld minimaal 140 brievenbusfirma's in Nederland hebben waarmee ze aanspraak kunnen maken op investeringsbescherming.
De Nederlandse overheid verleent via haar exportkredietverzekeraar Atradius DSB (ADSB) exportsteun aan bedrijven die activiteiten in het buitenland ondernemen. De staat wil dat projecten die het verzekert geen negatieve gevolgen hebben voor mens en milieu en stelt daarom eisen rondom maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Over het MVO-beleid liep tot eind april een consultatie waarop een coalitie van dertien maatschappelijke organisaties uit binnen- en buitenland, waaronder Both ENDS en Milieudefensie, heeft gereageerd.
Nederland moet het voorbeeld van de VS en de EU volgen en fossiele financiering direct stoppen. Dat zeggen Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International.
Bijna veertig maatschappelijke organisaties en netwerken uit de hele wereld, waaronder Both ENDS, stuurden vandaag een brief aan minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en staatssecretaris Vijlbrief van Financiën. Ze vragen de bewindslieden ervoor te zorgen dat de verruiming van de exportkredietverzekering vanwege de coronacrisis, bijdraagt aan groen herstel.
Eind 2020 zegde Staatssecretaris Vijlbrief in een debat in de Tweede Kamer toe om scenario's te ontwikkelen om de exportkredietverzekering van de Nederlandse staat in lijn te brengen met het klimaatakkoord van Parijs. Een mooie stap in de goede richting, en naar aanleiding daarvan organiseren de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken aanstaande vrijdag 19 februari een stakeholdermeeting. De toezegging en de meeting zijn uitkomsten van jarenlange en steeds grotere druk vanuit Both ENDS en andere maatschappelijke organisaties om dit belangrijke instrument om buitenlandse investeringen te stimuleren, te verduurzamen.
Op 12 december jl. kondigde het Verenigd Koninkrijk aan te stoppen met exportsteun voor fossiele projecten. Both ENDS is daar blij mee en vindt dat Nederland zo snel mogelijk dit goede voorbeeld moet volgen. Samen met organisaties in Europa en ver daarbuiten maken we ons al jaren hard voor het verduurzamen van exportsteun en andere financiële instrumenten van de overheid. De eerste en meest belangrijke stap daarin is het stoppen met het stimuleren van de fossiele brandstoffensector, en in plaats daarvan juist ondersteuning te bieden aan de ontwikkeling van duurzame energieopwekking.