Handel stond de afgelopen tijd weer in de wereldwijde schijnwerpers. Onlangs kwamen ministers uit de hele wereld bij elkaar in Abu Dhabi bij de WTO voor onderhandelingen over de wereldhandel in de komende jaren. De aanwezige deelnemers uit het maatschappelijk middenveld werden echter de mond gesnoerd.
Met een overweldigende meerderheid - 643 stemmen voor, 20 tegen en 9 onthoudingen - is zojuist in het Europees Parlement een wet goedgekeurd die overheidsgesteunde exportkredietverzekeraars (ECAs) van de EU lidstaten dwingt meer verantwoording af te leggen over de sociale, milieu en mensenrechten effecten van door ECAs gesteunde transacties. Vanaf volgend jaar zullen alle ECAs hierover jaarlijks verslag moeten uitbrengen aan de Europese Commissie en het Europees Parlement.
Both ENDS is lid van het ECA-Watch netwerk, dat exportkredietverzekeraars monitort en een transparanter, duurzamer en sociaal rechtvaardiger ECA-beleid stimuleert. Wij zijn vanzelfsprekend erg blij met de uitkomst van de stemming en hopen dat dit het begin zal zijn op de lange weg naar een groen, rechtvaardig investeringsbeleid vanuit de EU.
Het buitenlandse handelsbeleid van de Europese Unie (EU) heeft veel gevolgen voor de duurzaamheid van voedselsystemen in ontwikkelingslanden en specifiek voor boeren, veehouders en burgers. De EU dringt op allerlei manieren aan op stevige intellectuele eigendomsrechten op planten en dat heeft impact op voedselsystemen vanaf de basis, namelijk vanaf de zaden die beschikbaar zijn voor boeren om te verbouwen. Binnen de set van intellectuele eigendomsrechten is het belangrijkste instrument dat wordt bepleit door de Europese autoriteiten, de wet van 1991 van het UPOV-verdrag. Dat verdrag verleent exclusieve rechten aan kwekers op het teeltmateriaal van nieuwe plantenrassen, terwijl de rechten van anderen om het materiaal te gebruiken voor verdere veredeling en de rechten van boeren om hun zaden vrijelijk te bewaren, te gebruiken, te ruilen en te verkopen, juist ernstig worden ingeperkt.
Woensdag 27 mei was het tweede Both ENDS Politiek Café van het jaar: Mijn Natje en Mijn Droogje, over verwoestijning en duurzaam landgebruik. Panelleden Judith Sargentini (GroenLinks), Lo Breemer (PvdA), Louk de la Rive Box (ISS), Chris Reij (Vrije Universiteit) en onze Afrikaanse gasten Noel Oettle (EMG, Zuid-Afrika) en Mamadou Goita (IRPAD, Mali) hadden een levendig debat met elkaar en het publiek.
Op 25 maart organiseerde Both ENDS een Politiek Café, 'De Duurzame Daalder' over de financiële crisis. Insteek van het debat was de mogelijkheden om tot een echt duurzame economie te komen, de zogenaamde Green New Deal. Panelleden Dani Wadada Nabudere (Marcus Garvey Pan-African Institute, Oeganda), Kavaljit Singh (Public Interest Research Centre, India), Gerhard Mulder (D66) en Ron Wit (Stichting Natuur en Milieu) gingen een boeiend debat aan over de noodzaak van een 'groene economie'.
“De branden hebben proporties aangenomen die we nog nooit eerder hebben meegemaakt.”
Grote delen van Zuid-Amerika zijn momenteel in rook gehuld. Van Buenos Aires tot São Paulo en Asunción hebben mensen moeite om adem te halen door de ongekende bosbranden die woeden op het continent, aangewakkerd door extreme droogte, de uitbreiding van de landbouw en de stijgende temperaturen als gevolg van de klimaatverandering.
Analog forestry is een vernieuwende aanpak voor het ecologisch herstel van gedegradeerd land. Natuurlijke bossen worden gebruikt als voorbeeld voor ecologisch duurzame landschappen, die bijdragen aan de maatschappelijke en economische behoeftes van lokale gemeenschappen.
Nota Ploumen schiet ernstig tekort, de wereld verdient beter
De Fair, Green & Global Alliance (FGG) is een alliantie van ActionAid, Clean Clothes Campaign, Both ENDS, Milieudefensie (Friends of the Earth Netherlands), SOMO en Transnational Institute). De FGG Alliance ziet ernstige tekortkomingen in de visie van minister Ploumen. Het rotsvaste geloof in de vrije markt, de nadrukkelijke financiële steun voor het bedrijfsleven zonder voldoende garanties voor duurzaamheid, en het wegnemen van regels voor internationale investeringen en handel, het zijn allemaal tekenen dat de nota van minister Ploumen tekort schiet als het gaat om bestrijden van armoede en oplossen van ernstige milieuproblemen. Door het onevenredig kappen in het budget wordt ontwikkelingssamenwerking bijna helemaal geprivatiseerd. De winsten zijn voor bedrijven en de risico’s voor de belastingbetaler. Postconflict-landen en fragiele staten worden in de richting van de vrije markt gedirigeerd.