Both ENDS was aanwezig bij de 'Rondetafel over Klimaat en Vergroening', georganiseerd door minister Schreinemacher (Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Het gesprek dient als input voor zowel de beleidsnota als het Internationale Klimaat- en Milieubeleid die ze de komende maanden beide zal presenteren. Ter voorbereiding van het gesprek deelden we onze visie op hoofdlijnen met haar.
Vorig jaar op de klimaattop in Glasgow, ondertekende Nederland, samen met 38 andere overheden en instellingen, de zogenaamde Glasgow-verklaring. Met de ondertekening van deze verklaring zegde Nederland toe om per eind 2022 te stoppen met nieuwe directe publieke steun voor de internationale fossiele energiesector. Deze toezegging moet echter nog worden waargemaakt.
Met deze brief roepen 20 maatschappelijke organisaties Nederland op om, voorafgaand aan de Export Finance for Future (E3F) Summit op 3 november, bekend te maken hoe de beloften in de Glasgow-verklaring zullen worden uitgevoerd. De E3F-top is een belangrijke en uitgelezen kans voor Nederland om samen met alle andere E3F-leden de toezeggingen die vorig jaar in Glasgow zijn gedaan, na te komen.
Het recente E3F-transparantierapport concludeerde dat Nederland in de periode 2015-2020 zes maal maal zoveel transacties verzekerde in de fossiele-brandstoffenindustrie als in de hernieuwbare-energiesector. Het ging om 3 miljard euro aan verzekerde transacties in de fossiele-energiesector ten opzichte van slechts 0,5 miljard euro in de hernieuwbare-energiesector. Dit toont aan dat stoppen met Nederlandse exportsteun voor fossiel essentieel is om Nederlands beleid in lijn te brengen met de toezeggingen in Glasgow en met het Klimaatakkoord van Parijs.
Vandaag, een paar dagen voor de internationale Klimaattop in Egypte, heeft het kabinet nieuw beleid gepubliceerd dat invulling moet geven aan een internationale afspraak om te stoppen met internationale publieke financiering voor fossiele energie projecten. Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International stellen dat Rutte zijn belofte niet nakomt om per eind dit jaar te stoppen met fossiele exportsteun, maar in plaats daarvan nog een jaar de deur open laat staan voor nieuwe fossiele projecten. Volgens de milieuorganisaties dreigen de omvangrijke uitzonderingen de klimaatdoelen op het spel te zetten.
Op 25 maart jl, een dag na bloedige aanslagen in Noord-Mozambique, besloot de Nederlandse staat tot een exportkredietverzekering ter waarde van 900 miljoen euro voor de activiteiten van baggeraar Van Oord in het land. Het bedrijf voert baggerwerkzaamheden uit in een zeer omstreden gasproject dat volgens Mozambikaanse belangengroepen een belangrijke rol speelt in het escalerende geweld in de regio. Maatschappelijke organisaties Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International en de Mozambikaanse organisaties waarmee zij samenwerken, zijn geschokt over de gang van zaken en roepen de Nederlandse overheid en de Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB ter verantwoording.
Het overschakelen op het verzekeren van duurzame projecten zoals zon en wind via exportkredietverzekeraar Atradius DSB levert meer banen op dan doorgaan op de oude fossiele voet. Een dergelijke ambitieuze stop op fossiele projecten draagt niet alleen bij aan het aanpakken van klimaatverandering, het zorgt ook voor meer werkgelegenheid en verbetert de economische positie van Nederland in een snel veranderende wereld. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van denktank Cambridge Econometrics (CE) ¨Export Credit Support in The Netherlands: Fossil Phase Out and Job Impacts¨, in opdracht van Milieudefensie, Oil Change International (OCI) en Both ENDS.
(Dit artikel verscheen op 18 januari in het Engels in het tijdschrift Inside Philantrophy)
Maar weinig mensen in de filantropie begeven zich in die sector omdat ze ervan dromen bij een financiële instelling te werken. Toch is dit precies wat ze doen. De filantropische sector zoals we deze tegenwoordig kennen, is met opzet ontworpen door de gewetenloze zakenlieden die in het begin van de 19e eeuw opkomst maakten. Het was een reactie op de extreme welvaartsongelijkheid die ze zelf hadden gecreëerd via uitbuitende arbeidspraktijken in de olie-, staal- en scheepvaartindustrie. Of het nou oprecht was om de schade die ze hadden aangericht te herstellen, of gewoonweg om hun naam te zuiveren, de industriëlen verworven een monopolie in de filantropische sector. Ze beschermden haar voor rechtszaken tegen haar functie als tax shelter en beperkten toezichtwetgeving die democratische besluitvorming zou kunnen stimuleren. Tegenwoordig bedraagt de waarde van de filantropische sector ongeveer 2,3 biljoen dollar, oftewel 3% van de wereldeconomie.
Eind juni presenteerde het kabinet het Klimaatakkkoord, na maandenlange onderhandelingen in vijf verschillende 'Klimaattafels'. Er was een tafel voor 'industrie', een voor 'gebouwde omgeving', voor 'electriciteit', 'mobiliteit' en voor 'landbouw en landgebruik'. Alle klimaatmaatregelen die Nederland in eigen land kan nemen, vallen wel zo'n beetje binnen al die klimaattafels. Maar Nederland heeft ook een enorme klimaatvoetafdruk buiten de grenzen. We zijn dus een klimaattafel vergeten: de Klimaattafel 'Internationaal'.