Op 25 maart jl, een dag na bloedige aanslagen in Noord-Mozambique, besloot de Nederlandse staat tot een exportkredietverzekering ter waarde van 900 miljoen euro voor de activiteiten van baggeraar Van Oord in het land. Het bedrijf voert baggerwerkzaamheden uit in een zeer omstreden gasproject dat volgens Mozambikaanse belangengroepen een belangrijke rol speelt in het escalerende geweld in de regio. Maatschappelijke organisaties Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International en de Mozambikaanse organisaties waarmee zij samenwerken, zijn geschokt over de gang van zaken en roepen de Nederlandse overheid en de Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB ter verantwoording. Ze stuurden daarom een brief naar demissionair minister Kaag, en een soortgelijke brief naar demissionair staatssecretaris Vijlbrief.
Demissionair minister Kaag en Staatssecretaris Vijlbrief presenteerden een verkenning voor een mogelijk scenario voor vergroening van de exportkredietverzekering. Het scenario draagt volgens Both ENDS, Milieudefensie en Oil Change International veel te weinig bij aan mondiale klimaatambities, zoals het beperken van de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5 graad ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Nederland heeft zich daaraan wel gecommitteerd en daarom stuurden de drie NGOs in een reactie op de verkenning een oproep om uiterlijk eind oktober alsnog een scenario te presenteren dat de EKV in lijn brengt met de 1,5°C doelstelling.
28 organisaties hebben een brief geschreven aan FMO waarin ze de bank oproepen om haar beleid en praktijk op het gebied van transparantie grondig te herzien en te versterken. Dit omvat onder meer de verbetering van informatievoorziening op de FMO-website volgens internationale standaarden, en een verplichting aan klanten om projectdocumentatie volledig openbaar te maken. Ook moet FMO ervoor zorgen dat die informatie begrijpelijk is voor de betrokken gemeenschappen en deze ook bereikt, zodat ze zinvol kunnen deelnemen aan besluitvormingsprocessen rond projecten.