Both ENDS

Blog / 3 July 2013

Bescheiden succes en de hoop op meer

Bescheiden succes en de hoop op meer

 

Geen karaoke-ervaring
Andere dingen waarover ik zou kunnen vertellen zijn:
1. Koreaanse Cultuur (interessant)
2. Koreaanse Hot Pot (heerlijk)
3. Politiek in klimaatonderhandelingen en hoe de groep van maatschappelijke organisaties de interventies voor de bestuursvergadering voorbereidde.
4. Tegenstellingen: milieubeleid versus het feit dat Zuid-Korea is de thuisbasis van de Green Climate Fund (Zuid-Korea is afhankelijk van kernenergie, en het hoofdkantoor van het Green Climate Fund bevindt zich op een gigantische stuk land dat uit de zee is gewonnen, dus zeg maar dag tegen de  voedingsbodem voor duizenden trekvogels - enzovoort)
5. Megasteden en kriebel in je neus als gevolg van luchtvervuiling.
Helaas kan ik niets vertellen over karaoke. Door het eerder genoemde snelle verouderingproces was ik ’s avonds te moe om bestuursleden, GCF secretariaat mensen, mijn nieuwe vrienden van de bank-sector en GCF waarnemers, te vergezellen bij hun karaoke-ervaring.

 

Het echte werk
Ik kan ook nog vertellen over de discussies en over wat er door het bestuur is beloten. Zo stond het Business Model Framework weer op de agenda, maar deze keer werd echt de inhoud besproken en niet alleen de procedures, zpa;s de vorige keer in Berlijn. Het echte  werk dus. De besluiten die raakten aan de onderwerpen waar het Both ENDS team zich op - directe toegang tot het Groene Klimaatfonds voor zowel organisaties als voor landen en de participatie van meerdere belanghebbenden – vielen behoorlijk  positief uit. Hoewel we hadden gehoopt om nog meer concrete steun voor deze principes in de besluiten terug te zien, is nog niets echt van tafel: de meeste dingen zijn slechts uitgesteld tot de volgende bestuursvergaderingen*.

Advies aan een 'Private Sector Facility'
Waar ik heel graag over wil vertellen, dat zijn de discussies over de zogenaamde Private Sector Facility (PSF). We vreesden dat dit PSF een apart bestuursorgaan van het Fonds zou worden, maar daar was in het Bestuur geen steun voor. Er werd wél besloten dat er een Adviesraad (Advisory Board - AB) voor de PSF zou worden gecreëerd, bestaande uit 4 bestuursleden van het Groene Klimaatfonds en 8 vertegenwoordigers van de particuliere sector. De Advieraad moest voor de helft afkomstig zijn uit ontwikkelde, en voor de andere helft uit zich ontwikkelende landen. Onze maatschappelijk betrokken moed zonk ons in de schoenen: dus er waren geen wetenschappers, geen onafhankelijke deskundigen, of vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld nodig?


'Je hebt mensen nodig die net en beetje anders denken'
Gelukkig kwam precies op het juiste moment het Congolese bestuurslid, Tosi Mpanu Mpanu, met een verrassende uitspraak: Volgens hem was het wel degelijk noodzakelijk dat het maatschappelijk middenveld werd vertegenwoordigd in de Adviesraad. Ik vlei mezelf door te denken dat hij op deze gedachte was gebracht vanwege al onze lobby-inspanningen voor en tijdens de vergadering, maar dat weet ik natuurlijk niet zeker. De ‘usual suspects’(namelijk bestuursleden van de ontwikkelde landen) maakten duidelijk dat zij tegen dit voorstel waren, toen Dipak Dasgupta, het bestuurslid uit India, de legendarische woorden citeerde van Adam Smith, een van de grondleggers van de moderne economie: “When you put people together that think alike, they will conduct extreme views. So you need people that think slightly different”.

 

Balans is nog zoek, maar ik heb vleugels
Uiteindelijk werd besloten dat de Adviesraad van de PSF, afgezien van de twaalf leden waarover reeds overeenstemming was bereikt, zal bestaan uit nog maximaal twee vertegenwoordigers van het maatschappelijke middenveld! De verhouding is nog niet in balans en de resultaten zullen sterk afhangen van welke CSO vertegenwoordigers voor deze taak worden geselecteerd. Maar toch. Ik zit in het vliegtuig op weg naar huis terwijl ik dit schrijf en geloof me, het voelt alsof ik zelf vleugels heb!

* Tijdens de eerste vergadering in 2014, zal het GCF bestuur bijvoorbeeld overwegen of  ‘additional modalities that further enhance direct access, including through funding entities with a view to enhancing country ownership of projects and programs’ moeten worden ingesteld. Ook zal worden gekeken naar ‘best-practice options for country coordination and multi-stakeholder engagement, including in the context of the development of funding proposals.’ Dat klinkt veelbelovend.

 

Lees meer over dit onderwerp