Both ENDS

Blog / 14 March 2013

Maria “Chy” Santos Canoy: Een sprankje hoop mee naar huis?

Maria “Chy” Santos Canoy: Een sprankje hoop mee naar huis?

 

Mijn goede vriend Bae Inatlawan vertelde me dat ‘er altijd iets heel menselijks en spiritueels moet zitten in de manier waarop je werkt’. Dat houd ik altijd in gedachten als we samen in Manila zijn op zoek naar donors en vrijwilligers die ons willen helpen om de laatste bossen van het Noorden van Mindanao te beschermen. Hier in Berlijn heb ik, net als thuis in de Filippijnen, alleen mijn verhalen bij me. Mijn ‘keiharde waarheden’, om het zo te zeggen.

 

Afgelopen dinsdag hebben we de rest van de klimaatactivisten van het maatschappelijk middenveld uit Noord en Zuid leren kennen. Tijdens die ontmoetingen was ik op zoek naar medestanders op het gebied van inheemse volken, het belangrijkste thema van mijn organisatie (de Kitanglad Integrated NGOs, ofwel KIN). Ik was blij verrast toen ik zag dat Inheemse volkeren, net als vrouwenrechten en zorg voor de groepen die het zwaarst worden getroffen door klimaatveranderingen, hoog op de lobby-agenda staan van de organisaties die hier vertegenwoordigd zijn.

 

De aanwezigheid het maatschappelijk middenveld herinnert steeds aan het eigenlijke doel van het Groene Klimaatfonds. Dat het geen ontwikkelingsfonds is, geen zakelijke onderneming, zelfs geen campagne om fondsen te werven zodat rijke landen weer eens hun medelijden kunnen tonen aan de door rampspoed getroffen landen in het Zuiden.

 

De reden van deze dialoog en verbintenis tussen Noord en Zuid is natuurlijk dat in de loop van de eeuwen, ergens op weg naar de toekomst, een enorme concentratie van broeikasgassen heeft gezorgd voor de huidige, gevaarlijke klimaatverandering. Een wereldwijd fenomeen heeft ons allemaal wakker geschud en doet ons beseffen dat we allemaal aardbewoners zijn en dat – of we nou arm of rijk zijn – we allemaal uiteindelijk geraakt zullen worden door de enorme impacts ervan. Noordelijke en Zuidelijke landen hebben verschillende verantwoordelijkheden maar moeten vanaf hier verdergaan met een gezamenlijke visie op de toekomst.

 

In de Filippijnen, in Mindanao, werden we getroffen door twee uitzonderlijke stormen: tyfoon Washi in december 2011 en Bopha in december 2012. Deze gebeurtenissen hebben onze realiteit veranderd: we zagen dat acties van internationale donor organisaties veel sneller op gang kwamen dan die van onze eigen overheid. Verder zagen we dat lokale wetenschappers kwamen met lokaal geplande en op maat gemaakte aanpassingsmaatregelen.

 

Zelf ontmoette ik stamoudsten die vertelden hoe hun wildreservaten, hun voorraad aan inheemse planten en andere materialen, hun mini-bossen (onderhouden door ‘clans’) totaal vernietigd waren door de stormen. We hoorden verhalen van Filipijnse vrouwen  die kleine broeikassen nodig hebben om te voorkomen dat hun zaden uitdrogen door de veel te felle zon. En er is nog steeds een groep  van vijftigduizend inheemse mensen de Vallei van Compostela: slachtoffers van tyfoon Bopha die groot gebrek hebben aan onderdak, voedsel, drinkwater en medicijnen.

 

Voor het bestuur van het Groene Klimaatfonds zullen dit soort verhalen niet uniek zijn: overal in de wereld komt dit soort rampen aan de lopende band voor. Toch geloof ik dat wat hier in Berlijn vandaag en morgen wordt besproken, een verschil kan maken. In deze bijeenkomst kunnen we zien welke paden deze leiders bewandelen: wij moeten erop kunnen vertrouwen dat ze de juiste richting kiezen. En uiteindelijk, als we allemaal terug gaan naar huis en onze eigen realiteit onder ogen zien, moeten een sprankje hoop mee kunnen nemen voor de hoofdpersonen uit onze verhalen.

Lees meer over dit onderwerp