Both ENDS

Blog / 18 February 2022

Zo ziet een eerlijke, duurzame Afrika-strategie eruit

Hernieuwbare energie levert veel meer werkgelegenheid op dan fossiel. Dáár zouden Nederlandse bedrijven in moeten investeren.

Minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking legde onlangs haar eerste werkbezoek af, aan Kenia en Uganda. Zo maakt ze een vliegende start met de afspraak uit het regeerakkoord om een 'gerichte Nederlandse Afrika-strategie' te formuleren. Zo'n strategie is hard nodig, want te vaak gaat onze buitenlandse handel nog ten koste van mens en milieu, ook in landen in Afrika. De nieuwe strategie is een uitgelezen kans om de 'handel- en hulp'-agenda goed op elkaar te laten aansluiten.

Afrika staat hoog op de politieke agenda, en terecht. Nederlandse bedrijven zijn er actief in de land- en tuinbouw, veeteelt, waterbouw, infrastructuur en in de energiesector. Nederland heeft decennialang geïnvesteerd in die relaties met Afrikaanse landen en heeft daarmee de kans om met de nieuwe Afrika-strategie bij te dragen aan verduurzaming. Maar dan mag het belangrijkste ingrediënt niet missen: eerlijke handelsrelaties die kansengelijkheid bevorderen en die in lijn zijn met onze ambities op gebied van mensenrechten, milieu en klimaat. Dat betekent dat er een aantal scherpe keuzes gemaakt moet worden. Want onze overheid heeft nog steeds weinig oog voor de negatieve effecten van de forse steun aan al die bedrijvigheid op mensen, hun leefomgeving en het klimaat.

Nederland heeft met veel landen op het Afrikaanse continent handels- en investeringsverdragen die beide partijen economische vooruitgang, werkgelegenheid en voorspoed beogen te brengen. In praktijk doen ze echter vaak het tegenovergestelde. Lokale boeren en producenten in Afrikaanse landen worden uit de markt geduwd met onze goedkope, niet-duurzame producten. We verkopen er de goedkope kip die we in Nederland niet verkocht krijgen en magere melkpoeder dat in Nederland 'vol' is gemaakt met palmolie – hoogstwaarschijnlijk afkomstig van oliepalmplantages op land dat ooit regenwoud was in Indonesië, Maleisië of zelfs Liberia. Boeren in Afrika kunnen zo geen eerlijke, realistische prijs voor hun producten krijgen. Handels- en investeringsverdragen zijn daarnaast vaak zo ingericht dat Afrikaanse landen weinig anders kunnen dan in hoog tempo en tegen ongunstige voorwaarden hun grondstoffen te exporteren, in plaats van naar eigen inzicht deze grondstoffen te verwerken tot eindproducten. Tijd voor handels- en investeringsverdragen die de lokale voedselproductie en maakindustrie niet verstikken, maar juist beschermen en ruim baan geven.

De ongelijke handels- en investeringsrelaties worden ook in stand gehouden door subsidies en andere vormen van exportsteun. Die overheidssteun aan grootschalige landbouw, fossiele industrieën en grootschalige infrastructuur veroorzaakt vervuiling van waterbronnen, duwt boeren en boerinnen van de meest vruchtbare landbouwgronden, en ondermijnt de lokale voedselproductie, terwijl de toegang tot energie en de voedselzekerheid er niet mee worden bevorderd. Onze subsidies en exportsteun kunnen beter worden ingezet voor duurzame activiteiten, die op het Afrikaanse continent de toegang tot duurzame energie, het herstel van ecosystemen en de ontwikkeling van groene infrastructuur en een eigen industrie stimuleren.

Nu Nederland zich in Glasgow heeft gecommitteerd aan het stopzetten van de forse exportsteun die onze fossiele bedrijven, ligt er een mooie opening voor die verduurzaming. De realiteit is nu dat zelfs in een groot olieproducerend land als Nigeria, 43% van de bevolking geen toegang heeft tot elektriciteit. De oplossing daarvoor ligt in hernieuwbare energie; onderzoek toont aan dat zonne- en windenergie, geproduceerd in kleinschalige en zelfstandige elektriciteitsnetten, het meest effectief, betaalbaar en duurzaam zijn voor afgelegen gebieden die nu geen toegang hebben tot het nationale elektriciteitsnet. Hernieuwbare energie levert bovendien veel meer werkgelegenheid op dan fossiel. Dáár zouden Nederlandse bedrijven in moeten investeren, met steun van onze overheid.

Genoeg kansen om te komen tot een echt duurzame en eerlijke Afrikastrategie. Een strategie die niet langer de Nederlandse handel en investeringen in fossiel en in schadelijke landbouw en veeteelt stimuleert, maar juist inzet op handelsrelaties die de voedsel- en energiesectoren in Afrika duurzamer en toegankelijker maken voor mensen in Afrika zelf. Een strategie waarin kennisuitwisseling naar beide kanten wordt gestimuleerd en waarin de lokale bevolking de zeggenschap heeft en daadwerkelijk profiteert van handels- en investeringsrelaties met Nederland. Een hoopvolle opdracht voor minister Schreinemacher!

Lees meer over dit onderwerp