Hier vind je het laatste nieuws over het werk van Both ENDS en haar partners. Wil je op de hoogte blijven? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief of volg ons op Facebook en X.
Onlangs heeft India eenzijdig de investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO) met 57 landen, waaronder Nederland, opgezegd. Hierdoor kunnen Nederlandse bedrijven in India en Indiase bedrijven in Nederland per december 2016 niet langer gebruikmaken van het controversiële arbitragesysteem ISDS. Volgens Burghard Ilge van Both ENDS is dit initiatief van India een stap in de goede richting, maar is het een gemiste kans dat Nederland niet heeft ingestemd met de beëindiging van de IBO met India. Hierdoor blijft de oude IBO nog 15 jaar lang gelden voor oude investeringen.
2015 was voor Both ENDS zowel een einde als een nieuw begin. We hebben de 'Communities of Change' en de Ecoystem Alliance afgesloten, en ook de Fair, Green and Global-alliantie is in 2015 in haar huidige vorm beëindigd. Maar dit betekent niet dat het werk gedaan is; wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd zullen we voortzetten in nieuwe partnerschappen met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, die in 2016 van start zijn gegaan.
De productie van palmolie wordt vaak in verband gebracht met landroof, mensenrechtenschendingen, grootschalige monoculturen en ernstige milieuschade. Over goede voorbeelden in de palmoliesector hoor je weinig, maar gelukkig zijn ze er wel. Bedrijven zoals Musim Mas en Bumitama in Indonesië zijn voorlopers in de overgang naar een meer duurzame en sociaal verantwoordelijke palmolieproductie. Onlangs was mevrouw Lim Sian Choo, hoofd maatschappelijk verantwoord ondernemen van Bumitama, in Nederland voor een informeel overleg met AidEnvironment en Both ENDS. Hierbij waren ook vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, andere NGO's en de overheid aanwezig om te leren van de stappen die Bumitama heeft genomen om duurzaam te worden.
Afgevaardigden van de Nederlandse en de Duitse ontwikkelingsbank (FMO en DEG) zijn vandaag in Panama om met de regering aldaar te praten over de toekomst van het omstreden Barro Blanco-project. Afgelopen mei werden de sluizen van de dam bij wijze van test, maar volledig tegen de afspraken in, gesloten. Hierdoor komt een gedeelte van het omringende land onder water te staan en moeten sommige bewoners worden geëvacueerd. Both ENDS schreef samen met zeven andere organisaties een brief aan de directeuren van de twee banken, waarin we ze oproepen hun verantwoordelijkheid te nemen als investeerders in de dam.
De Senaat van de Verenigde Staten heeft een brief gestuurd aan de Amerikaanse minister van Financiën, om erop aan te dringen dat de Wereldbank haar eigen sociale en milieuregels strenger handhaaft. Deze regels, de zogenaamde ‘safeguards’, zijn bedoeld om te voorkomen dat projecten van de Wereldbank sociale en milieuschade veroorzaken. De safeguards dreigen nu te worden afgezwakt en worden bovendien niet altijd nageleefd, en daarom informeerde Pieter Jansen van Both ENDS samen met mensen van verschillende partnerorganisaties uit de hele wereld zowel Republikeinen als Democraten in het Amerikaanse Congres over de onbedoelde effecten van de investeringen van de Wereldbank op lokale gemeenschappen. Met resultaat, getuige de brief.
De sluizen in de Barro Blancodam in de Tabasará-rivier in Panama, die mede door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO wordt gefinancierd, zijn sinds vorige week dinsdag 24 mei gesloten. Dat gaat volstrekt in tegen de afspraak tussen de Panamese regering en het leiderschap van de inheemse bevolking. Vorig jaar augustus spraken zij af dat het reservoir van de dam niet gevuld zou worden voordat er een nieuwe overeenkomst bereikt zou zijn tussen alle belanghebbenden. Volgens de Panamese overheid en het bedrijf Genisa dat het prioject uitvoert, gaat het nu nog alleen maar om een test. Maar de test betekent dat de stand van het water 26 meter hoger komt dan in de toekomst de bedoeling is.
“5 miljoen hectare woestijn in Niger is in 25 jaar tijd omgetoverd in een landschap waar bomen groeien, gewassen worden geteeld en vee wordt gehouden!”, roept dr. Abasse Tougiane enthousiast. “Dat is een oppervlakte groter dan Nederland!” We zijn op een lezing die Abasse samen met zijn collega Toudou Adam geeft bij Buitenlandse Zaken, over het succesverhaal van de vergroening in Niger. De zaal is nagenoeg vol, kennelijk zijn niet alleen ambtenaren van Buitenlandse Zaken, maar ook wetenschappers, afgevaardigden van NGO’s en mensen uit het bedrijfsleven geïnteresseerd in dit onderwerp. Want hoe is het mogelijk dat dit zo goed werkt, terwijl een initiatief zoals The Great Green Wall zo jammerlijk is mislukt?
De afgelopen 15 jaar heeft de productie van palmolie een enorme vlucht genomen. Hoe kan het ook anders: palmolie, geperst uit de vruchten van de oliepalm, is goedkoop en wordt gebruikt voor heel veel verschillende producten. Het zit in ijs, chocola, margarine en sauzen, maar ook in verzorgings- en cosmeticaproducten zoals lippenstift, wasmiddel, tandpasta en zeep en in biobrandstof. Helaas kleven er nogal wat bezwaren aan de toenemende vraag naar palmolie: grootschalige ontbossing, milieuvervuiling, 'landjepik' en bovenal mensenrechtenschendingen zijn in de landen waar palmolie wordt geproduceerd aan de orde van de dag.
De Nederlandse ontwikkelingsbank FMO en het Finse FinnFund hebben deze week aangegeven dat ze 'op zoek gaan naar een verantwoordelijke en juridische manier om zich definitief terug te trekken uit het Agua Zarca-project in Honduras'. Vorige week werd bekend dat vier verdachten zijn opgepakt in de zaak rondom de moord op de mensenrechtenactivist Berta Cáceres, die zich al jaren verzette tegen dat project. Eén van de arrestanten is de 'manager for social and environmental affairs' van Desa, het bedrijf dat het Agua Zarca-project uitvoert. Omdat het bedrijf de directe klant van FMO en FinnFund is, is de arrestatie voor de banken reden om zich te bezinnen op maatregelen.
Deze week komen meer dan dertig afgevaardigden van organisaties uit alle hoeken van de wereld naar Amsterdam. Wat hebben ze met elkaar gemeen en waarom gaan ze elkaar ontmoeten? Ze werken allemaal in hun eigen context aan duurzame ontwikkeling, milieu, de bescherming van mensenrechten of specifiek op het thema gendergelijkheid en vrouwenrechten. En ze zijn allemaal op de een of andere manier gelinkt aan de drie organisaties die met het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken samenwerken in ‘GAGGA’, de Global Alliance for Green and Gender Action.
Van 19 april tot 5 mei brengt een delegatie van vier inheemse Lenca-activisten uit Honduras een bezoek aan vijf Europese landen (België, Nederland, Finland, Duitsland en Spanje) om te praten met de leden van het Europees Parlement, beleidsmakers, NGO's en financiers. De delegatieleden zullen ook demostreren en met de media en het grotere publiek praten over de repressie en de straffeloosheid in hun land. Op 2 maart 2016 werd Berta Cáceres, inheemse Lenca-leider die internationaal bekend werd om haar strijd tegen schendingen van mensenrechten, vermoord. Cáceres was het boegbeeld van inheemse organisatie COPINH en leidde al jaren het protest tegen een hydro-elektrisch project langs de rivier de Gualcarque, het zogenaamde ‘Agua Zarca-project’. Het belangrijkste doel van het bezoek van de delegatie is om de betrokkenheid van deze landen in het Agua Zarca-project en andere projecten die de inheemse Lenca-bevolking in Honduras schade berokkenen, te stoppen.
Vandaag, 15 april, schuift minister Ploumen aan bij de vooraarsvergadering van de Wereldbank. Nederland is aandeelhouder in de Wereldbank en heeft dus een stem in de besluitvorming. Op dit moment hebben projecten van de Wereldbank maar al te vaak desastreuze gevolgen voor de mensen die wonen in de gebieden waar die projecten worden uitgevoerd. Pieter Jansen van Both ENDS werkt nauw samen met mensen die dit aan den lijve ondervinden en pleit er samen met hen bij zowel de Wereldbank als de Nederlandse regering voor dat projecten van de Bank moeten voldoen aan strengere regels, zodat mensenrechten en het milieu worden beschermd.