Both ENDS

En
Nl
Zoeken
Nieuws / 20 juni 2021

Biologische wilde rooibos in de steppen van Zuid-Afrika

Zuid-Afrika staat bekend als het land van de oeroude en gezonde kruidenthee rooibos, die duizenden jaren geleden werd ontdekt door de Khoisan, de inheemse volkeren van het zuidelijke deel van Afrika. In de vorige eeuw werd rooibos steeds meer gecommercialiseerd, met name door blanke Zuid-Afrikaanse boeren die het nog steeds grootschalig produceren. Dit heeft geleid tot milieuschade, bodemerosie en een verlies aan biodiversiteit. Gelukkig bestaan er ook initiatieven van gemeenschappen voor kleinschalige en milieuvriendelijke rooibosteelt. Onze jarenlange Zuid-Afrikaanse partner, de Environmental Monitoring Group (EMG), is al meer dan twintig jaar betrokken bij dit soort rooibosteelt en bij de gemeenschappen in Suid Bokkeveld, in het westelijke deel van Zuid-Afrika. Hoewel het niet altijd makkelijk is geweest, gelooft Noel Oettle, senior adviseur bij EMG, dat deze manier van produceren de toekomst is.

Vertel eens iets over dit gebied en de mensen die wonen in Suid Bokkeveld.

"Suid Bokkeveld is een woest gebied, waar in de zomer de zon brandt en het land opdroogt en in de winter vaak vorst en koude regens voorkomen. Het is geen makkelijke plek om te overleven, maar aan de andere kant is het ook een gebied met rustige rivieren en een geweldige biodiversiteit. In combinatie met de periodieke droogte, koude winters en regenval in het voorjaar, biedt de zure bodem een ideale leefomgeving voor droogteresistente plantensoorten zoals rooibos.

Suid Bokkeveld is de thuisbasis van een gemeenschap van kleinschalige rooibosboeren die hier al sinds mensenheugenis wonen. Helaas belooft klimaatverandering niet veel goeds voor het gebied, niet op de korte en ook niet op de lange termijn: hogere temperaturen, extremere weersomstandigheden, meer en langere periodes van droogte, een later begin van en een eerder einde aan het regenseizoen en een algehele afname in winterneerslag. De gemeenschappen in Suid Bokkeveld hebben al tientallen jaren last van deze negatieve gevolgen van klimaatverandering. Het wordt steeds moeilijker om daar gewassen te verbouwen en te kunnen leven vanwege de droogtes en onvoorspelbare weersomstandigheden."

Wanneer kwam EMG dan in beeld?

"In 1998 vroegen de gemeenschappen in Suid Bokkeveld EMG om hulp. We gingen om de tafel zitten met leden van de gemeenschap om vast te stellen wat de problemen waren en hoe wij daar oplossingen voor konden vinden. Samen besloten we dat ons doel het beste zou worden gediend door middel van zogeheten 'participatief actieonderzoek'. Naast veel andere voordelen, bestaat deze benadering in het kort uit een samenwerking tussen gemeenschappen en academici waarbij zij cyclisch te werk gaan. Eerst wordt er een verandering gepland, daarna wordt deze uitgevoerd, de gevolgen ervan worden geobserveerd en tot slot wordt hierop gereflecteerd. Hierna begint de cyclus opnieuw: (her)plannen, uitvoeren, observeren, reflecteren, enzovoorts....

Ons belangrijkste doel was om manieren te vinden om ons aan te passen aan de nieuwe realiteit van de veranderende klimatologische omstandigheden en ondertussen ook gebruik te maken van de natuurlijke elementen die al aanwezig waren. Boeren wisselden hun traditionele kennis uit en maakten gebruik van nieuwe wetenschappelijke bevindingen om betere manieren te vinden waarop zij rooibos kunnen produceren en de bodemgezondheid en biodiversiteit kunnen behouden. Samen hebben wij deze methoden verbeterd en geoptimaliseerd om de beste resultaten te krijgen."

EMG steunde de gemeenschappen ook om een coöperatie op te richten, toch?

"Ja, dat klopt. In 2001 richtten de gemeenschappen de Heiveld Cooperative op en begonnen zij met het produceren van biologisch gecertificeerd rooibos. Op dat moment waren 14 boeren lid van de coöperatie en nu zijn dat er 74. In 2004 kreeg Heiveld haar eigen biologische en Fairtrade keurmerk. In 2014 exporteerde Heiveld rooibos ter waarde van 4,5 miljoen rand (destijds ongeveer 400,000 USD) en in 2015 exporteerden zij 5 miljoen rand aan rooibos naar noordelijke landen! Helaas werd de regio van 2015 tot 2018 getroffen door ernstige droogte. Oogsten mislukten en de productie nam enorm veel af.

Als reactie op deze droogtes, is de Heiveld Cooperative een project begonnen dat wordt gefinancierd door kleine subsidies van het Adaptation Fund. Het project heeft boeren in staat gesteld om hun kennis en capaciteiten nog verder uit te breiden, en om manieren uit te proberen om hun rooibosproductie 'klimaatbestendig' te maken, zoals mulchen en het gebruik van technieken met minimale grondbewerking. Het gehele plannings– en productieproces is participatief, en landbouwgezinnen delen in 25% van de kosten."

Waarom is dit project zo speciaal? Wat zijn de opbrengsten ervan?

"Het is een participatief adaptatieproject dat wordt geleid door gemeenschappen. Het kost weinig en bouwt verder op de kennis en werkwijzen die er al zijn. Het is erg toegankelijk voor boeren en al is het niet altijd even makkelijk, is het wel erg effectief. Het heeft andere landbouwgemeenschappen daarom ook geïnspireerd om het na te bootsen.

In 2017 steunden de fairtrade handelspartners van de coöperatie in het mondiale Noorden een campagne die hen in staat stelde om een stuk land van 2,500 hectare aan te schaffen om de toegang tot land voor sommige leden te vergemakkelijken. Dat is pas de daad bij het woord voegen! Door hoge prijzen te betalen tijdens periodes van droogte, maakten deze partners het mogelijk voor de coöperatie om haar leden te steunen in het herstellen van hun rooibosplantages door hen zaden en zaailingen te geven. Als gevolg hiervan is de productie in 2021 gestegen tot 84 ton."

Wat hoopt u voor dit initiatief in de nabije toekomst?

"Ik zou graag zien dat de leden van de Heiveld Cooperative door kunnen gaan met innoveren en ook hun toegang tot land kunnen uitbreiden zodat zij allemaal voldoende rooibos kunnen produceren op een ecologische basis om in de behoeften van hun gezinnen te voorzien. Ik hoop ook dat zij een inspiratiebron blijven voor anderen en dat de overheid inziet dat agro-ecologische benaderingen het meest duurzaam zijn voor de planeet en het voordeligst zijn voor de landbouwgemeenschappen. Overheidsbeleid kan zulke initiatieven dan ondersteunen en zo kan er een bredere impact ontstaan."

Wat is de toegevoegde waarde van Drynet en Both ENDS in uw werk?

"Wij werken samen met Both ENDS in Drynet om de lokale realiteit van de steppen onder de aandacht te brengen bij internationale beleidsinstanties en financiële organisaties, zoals de UN Convention to Combat Desertification, UN Climate Change Convention, GCF, GEF en het Adaptation Fund. Daarnaast steunen Both ENDS en EMG elkaar in de strijd voor de erkenning van gemeenschapsinitiatieven. Wij leren al van elkaar sinds de oprichting van zowel EMG als Both ENDS in 1991. Ik denk zelfs dat EMG één van de eerste 10 organisaties was waar Both ENDS ooit mee heeft samengewerkt!"

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp