Both ENDS

Nieuws / 28 November 2013

Filipijnen zitten niet te wachten op nieuwe lening van ADB

De Aziatische ontwikkelingsbank (ADB) en de Wereldbank schenken $23 miljoen  aan de Filipijnen, maar geven daarnaast een lening van $500 miljoen aan het land voor de wederopbouw van het door storm getroffen gebied. Volgens ‘NGO Forum on ADB’, een partnerorganisatie van Both ENDS, maken deze banken misbruik van een crisissituatie. De lening zal met rente moeten worden terugbetaald en uiteindelijk betaalt de Filipijnse samenleving de rekening.

 

Kind van de rekening

“De Filipijnen hebben al een grote buitenlandse schuld”, legt Both ENDS collega Pieter Jansen uit. “Een deel van de schuld dateert uit de tijd van dictator Marcos. Marcos kreeg steun van multilaterale banken uit vrees voor het communisme tijdens de Vietnamoorlog. Van 1972 tot 1983 ontvingen de Filippijnen $5.5 miljard steun, die na de val van de dictator moest worden terugbetaald door de Filipijnse samenleving. Dat is nog lang niet klaar.”

 

Patronage

De dictator ‘kocht’ met het geleende geld politieke steun, door bijvoorbeeld grote projecten te laten uitvoeren door bevriende bouwondernemingen. De banken hielden dus in feite de dictatuur in stand. De huidige president Aquino lijkt de corruptie in het land echt aan te pakken, maar ook vandaag de dag bestaat dit systeem van patronage nog. De lening van $500 miljoen voor de wederopbouw van huizen en wegen zou het patronagesysteem juist kunnen voeden: na een natuurramp is het gemakkelijk om de vrijgekomen lege stukken grond aan bevriende projectontwikkelaars te geven en de oorspronkelijke bewoners te verwijderen.

 

Geen nieuwe schulden

De nieuwe lening is niet eens nodig, want het Filipijnse Ministerie van Financiën heeft laten weten dat het op dit moment de kosten van de huidige crisis zelf kan dragen. De Filipijnen zouden echter op de langere termijn wel zeer geholpen zijn met een verlichting van de oude schulden. “Nederland was in het verleden sterke voorstander van schuldenverlichting aan arme landen, bijvoorbeeld in het HIPC-initiatief”, zegt Jansen. “Het zou goed zijn als Nederland dit de komende jaren weer op de agenda zou zetten en het voortouw zou nemen.”

 

Bescherming

De ADB investeert al veertig jaar in kolencentrales en snelwegen: projecten die klimaatverandering juist aanwakkeren en de armoede in het land zeker niet hebben verminderd. De armste bevolking is ook nog vaak het eerste slachtoffer van klimaatverandering, bijvoorbeeld bij een calamiteit als een super-tyfoon. De ADB zou dus juist moeten investeren in maatregelen die de arme bevolking beschermen tegen klimaatverandering. “Zo’n tyfoon hoeft lang niet zoveel slachtoffers te maken”, zegt Jansen. “De huizen en gebouwen kunnen veel veiliger, de wateropname van bodem en rivieren kan worden verbeterd, door meer bomen en struiken te planten zorg je voor een scherm tegen de wind en voor een waterdoorlaatbare bodem, enzovoort.”

 

Achter de schutting

De beste bescherming tegen klimaatverandering is een rechtvaardige verdeling van de welvaart in een land. De overheid van zo’n land  kan namelijk investeren in sociale voorzieningen en bescherming voor de kwetsbaarste groepen. Maar een overheid moet dan wel oog hebben voor die kwetsbare groepen, en dat lijkt vooralsnog nauwelijks het geval. Jansen herinnert zich dat hij twee jaar geleden tijdens de jaarvergadering van de ADB op weg van het vliegveld naar het conferentieoord een schutting tussen de weg en de sloppenwijken zag staan. “Die was daar speciaal voor de jaarvergadering geplaatst zodat de gedelegeerden van de lidstaten de armoede niet hoefden te zien.”

 

Artikel op website van ADB over de lening

 

foto: Sustainable Sanitation op Flickr

Lees meer over dit onderwerp