Both ENDS

Nieuws / 2 March 2021

Nabestaanden van Berta Cáceres wachten nog steeds op gerechtigheid

Vandaag is het vijf jaar geleden dat Berta Cáceres in haar huis in La Esperanza, Honduras, vermoord werd omdat ze opkwam voor de rechten van de inheemse bevolking. Als leider van de inheemse organisatie COPINH kwam ze in opstand tegen de Agua Zarca-dam die gebouwd zou worden in inheems gebied. Nu, 5 jaar later, zijn de uitvoerders van de moord veroordeeld, maar de opdrachtgevers nog steeds niet.

Rechtszaken in Honduras

De familie van Berta, COPINH en hun advocaten vechten al vijf jaar voor gerechtigheid voor Berta. Eind 2018 werden 7 verdachten veroordeeld waaronder de voormalige communities and environmental manager van DESA, het bedrijf dat de dam bouwde. COPINH en de dochters van Berta werden uitgesloten van het proces.

De intellectuele daders, die opdracht gaven tot de moord, zijn echter nog steeds niet veroordeeld. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat deze opdracht van hogerop kwam. David Castillo, de voormalige manager van DESA, is hiervoor aangeklaagd, maar het proces tegen hem wordt steeds opnieuw uitgesteld.

Tegelijkertijd heeft het dorp Rio Blanco, waar de dam zou komen, samen met COPINH een zaak aangespannen omdat er bewijs is dat de milieu-vergunningen voor de dam onder frauduleuze omstandigheden zijn afgegeven. Ook deze rechtsprocedure wordt steeds ondermijnd.

Internationale aandacht voor deze rechtsprocessen is cruciaal. Zowel in Honduras als in veel andere landen is geweld tegen mensenrechten en milieu-activisten aan de orde van de dag. Om dit te voorkomen in de toekomst is het belangrijk dat alle daders van de moord op Berta en het onrecht dat de inheemse gemeenschappen is aangedaan, veroordeeld worden.

Betrokkenheid FMO bij de zaak

Een van de financiers van de Agua Zarca-dam was de Nederlandse Ontwikkelingsbank FMO. Ondanks herhaaldelijke waarschuwingen, door COPINH, Both ENDS en andere internationale NGO's dat het project tot geweld leidde, investeerde FMO vol vertrouwen in DESA.

FMO zag toentertijd geen aanwijzingen dat DESA iets te maken zou hebben met mensenrechtenschendingen en ging er vanuit dat de milieu-vergunningen in orde waren. Pas een jaar na de moord op Berta trok FMO zich terug uit het project, maar kon naar eigen zeggen nog steeds geen verband vinden tussen DESA en vermeende illegale acties.

Veranderingen bij FMO

Sinds de moord op Berta heeft FMO veranderingen doorgevoerd: het environmental and social govenance team is versterkt, FMO heeft verschillende statements uitgebracht, onder andere over mensenrechten, en publiceerde in 2018 een mensenrechten jaarrapport.

FMO's benadering van "ontwikkeling" is echter niet echt veranderd. Het is niet duidelijk hoe FMO er zorg voor draagt dat gemeenschappen, inheemse groepen en anderen die zouden moeten profiteren van de investeringen van FMO vanaf het begin van het ontwerp van projecten mee besluiten. FMO blijft voor haar informatie grotendeels vertrouwen op haar klanten en zoekt onvoldoende het gesprek met gemeenschappen en maatschappelijke organisaties voordat ze een investeringsbesluit nemen.

Both ENDS blijft bij FMO aandringen op een andere benadering van ontwikkeling, waarin de gemeenschappen in project-gebieden centraal staan. Alleen op deze manier kunnen ernstige conflicten rond FMO's projecten, waarvan Agua Zarca een heel treurig voorbeeld is, in de toekomst worden voorkomen.

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp