Both ENDS

En
Nl
Zoeken
Nieuws / 19 november 2020

Opinie: De blinde vlek van Nederlands klimaatbeleid is ons exportbeleid

Een verkorte versie van dit artikel werd op 18 november 2020 gepubliceerd in het FD.

We sluiten kolencentrales, we gaan van het gas af en we verduurzamen onze industrie. Maar onze inzet voor de wereldwijde klimaatcrisis stopt bij de grens. Want Nederland sponsort nog altijd de wereldwijde olie- en gasavonturen van Nederlandse fossiele bedrijven met 1,5 miljard euro per jaar aan staatsverzekeringen. Dankzij dit beleid raken arme landen als Mozambique verslaafd aan een fossiele economie zonder toekomst.

Nederland is een van de grootste sponsors van wereldwijde olie- en gasprojecten via de exportkredietverzekeringen van staatsverzekeraar Atradius DSB. Met Nederlands belastinggeld steunt Atradius de bouw van een oliehaven in Oman, pijpleidingen in Brazilië, een terminal voor vloeibaar gas in Mozambique en nog veel meer. Meer dan helft van alle Nederlandse exportkredietsteun is voor olie- of gasprojecten. Slechts 2 procent gaat naar hernieuwbare energie.

Dit is niet alleen in strijd met de internationale klimaatafspraken van Parijs, het is ook economisch kortzichtig. Exportkredietverzekeringen dekken de risico's voor fossiele projecten veel beter af dan voor hernieuwbaar. Daardoor blijven de fossiele projecten winstgevender voor banken en andere investeerders, worden groene alternatieven als te risicovol afgedaan en raken onze exportbedrijven achterop bij concurrenten die wel omschakelen.

Een goed voorbeeld is Mozambique, waar langs de kust een paar jaar geleden een enorme hoeveelheid aardgas werd gevonden. Onder andere Boskalis en Shell staan klaar om hier hun slag te slaan. Nederland en andere landen staan klaar om met belastinggeld de financiële risico's af te dekken voor verschillende bedrijven. En de risico's, die zijn groot.

Lokale gemeenschappen verzetten zich tegen de gaswinning, omdat ze gedwongen worden te verhuizen. Zij raken behalve hun huis, ook hun inkomsten uit landbouw en visserij kwijt en ze worden nauwelijks gecompenseerd. Bovendien wordt de regio geteisterd door zowel militairen als islamistische milities die mensen opjagen en tiranniseren. Honderdduizenden mensen zijn op de vlucht geslagen. De milities hebben ook de havenstad bezet waar oliebedrijven hun vloeibaar gemaakte gas willen exporteren. Toch blijven deze bedrijven zich op dit megaproject storten alsof er niets aan de hand is, met steun van Nederland en anderen.

Over een jaar of 30 moet het grootste deel van de wereld verlost zijn van olie, gas en kolen. Maar Mozambique staat nu op het punt om visserij, landbouw en kansen voor toerisme opzij te schuiven in ruil voor een economie die afhankelijk wordt van aardgas, dat bovendien in vloeibare vorm de wereld over zal gaan, en niet de fornuizen van Mozambikanen van vuur zal voorzien. En Nederland stimuleert dat met naar verluidt 640 miljoen dollar aan exportsteun. Landen als Mozambique worden afhankelijk van een fossiele economie zonder toekomst, dankzij onze exportsteun.

Het is de hoogste tijd om deze blinde vlek weg te poetsen. Onze klimaatverantwoordelijkheid stopt niet bij de grens. We kunnen vandaag nog besluiten om geen nieuwe exportsteun meer te geven aan wereldwijde fossiele projecten. Dat is beter voor de planeet, het is beter voor een duurzame ontwikkeling van arme landen en het stimuleert onze exporterende bedrijven om sneller te verduurzamen, zodat ook onze economie sneller klaar is voor de toekomst.

 

Niels Hazekamp is beleidsadviseur bij Both ENDS. Freek Bersch is campagneleider economie bij Milieudefensie. Rosa van Driel is beleidsadviseur van Building Change. 

 

Lees meer over dit onderwerp