Both ENDS

Nieuws / 1 December 2022

“Op de COP doet Both ENDS waar we voor staan: connecting people for change”

Na een drukke week vol side-events, gesprekken, onderhandelingen én corona, zijn onze collega's Daan en Niels weer terug op kantoor in Utrecht. Samen blikken ze terug op hun ervaringen en successen tijdens de klimaattop COP27 in Egypte.

Hoe nuttig is zo'n klimaattop eigenlijk?

Niels: Het is het beste én slechtste wereldwijde klimaatproces dat we hebben. Een COP laat toch wel zien wat de kracht is van allemaal elkaar tegen het lijf lopen. In iets meer dan een week sprak ik met Diederik Samsom, Rob Jetten, Tweede Kamerleden, ministers van andere landen, tientallen partners van Both ENDS, klimaatactivisten van over de hele wereld en deed ik allerlei nieuwe nuttige contacten op. Deze wandelgangen zijn o zo belangrijk voor de onderhandelingsgesprekken die de hele dag worden gevoerd. Je wereld wordt er letterlijk kleiner van, maar figuurlijk zoveel groter.

Daan: Dit geldt des te meer voor onze partners die nog veel minder vaak toegang hebben tot beleidsmakers op internationale evenementen. Ik zie het als mijn opdracht tijdens zo'n conferentie om het geluid van onze partners zoveel mogelijk een podium te geven – connecting people for change. Onze side-events zijn daar een goed voorbeeld van. Zo lieten we in de sessie over gender-just climate finance een aantal partners uit ons GAGGA programma in gesprek gaan* met de Canadese overheid, het Green Climate Fund en het Adaptation Fund over de noodzaak van het centraal stellen van vrouwen en inheemse organisaties in de strijd tegen klimaatverandering. En in onze sessie over financiering voor agro-ecologie kon Rosinah Mbenya van onze partner PELUM Kenya een van de directeuren van IFAD aan de tand voelen**. Daarnaast zijn Niels en ik in staat geweest om vele bilaterale ontmoetingen te faciliteren tussen onze partners en beleidsmakers. Dit leidde tot groter gevoel van urgentie bij beleidsmakers over deze thema's – sommige beleidsmakers noemden het een reality check tijdens hun onderhandelingen. Ten slotte geeft het veel partners de motivatie om hun strijd voort te zetten, een niet te onderschatten factor die ook in hun lokale gemeenschappen doordringt.

Niels: Tegelijkertijd liepen er deze COP een recordaantal fossiele lobbyisten rond met 'groene' verkooppraatjes en valse oplossingen. En die hebben een gigantische impact gehad.

Vertel: wat is de impact van die fossiele lobbyisten?

Niels: Al jaren roepen maatschappelijke organisaties en activisten op tot het opnemen van fossiele brandstoffen in de uitkomst tekst van de klimaattoppen. Vorig jaar was een doorbraak dat het afbouwen van kolen en fossiele subsidies genoemd werd, maar olie en gas blijven dit jaar nog altijd buiten schot. Het goede nieuws? Meer dan 80 landen, inclusief Europa en nu ook India, willen wél dat het genoemd wordt. En er werd deze COP druk over gesproken.

Waar hebben jullie deze COP zelf het hardst voor gelobbyd, en lukte dat een beetje?

Niels: Nadat Nederland op COP26 vorig jaar samen met 38 andere landen en financiële instellingen een akkoord sloot om per eind dit jaar te stoppen met buitenlandse publieke steun voor kolen, olie en gas, heeft Nederland van al die landen daarvoor nu het zwakste beleid gepubliceerd van iedereen. Daar wilde ik natuurlijk wat aan doen. Maar Minister Jetten hield voet bij stuk en wilde niet afzien van de transitieperiode, waardoor Nederland nog een jaar langer de deur voor de fossiele industrie openhoudt. Die strijd is nog niet gestreden, er komt nog een Tweede Kamer debat!

Daan: Onze GAGGA call to action for Gender Just Climate Finance was de leidraad voor mijn activiteiten. Hierin roepen wij als GAGGA coalitie op tot, kort gezegd, lokale toegang tot klimaatfinanciering. Dit heb ik besproken met de Nederlandse en Canadese delegaties, met de verschillende klimaatfondsen en met partijen als het Global Centre for Adaptation. Andermaal bleek dat dit thema, waar ik mij al jaren hard voor maak, in vele oren resonantie vindt, maar de implementatie ernstig te wensen over laat. Talloze adaptatie-initiatieven waaraan onze partners werken (agroecologische praktijken, maar ook andere gender-just climate solutions) zitten te springen om financiering, maar door een reeks van factoren (en belangrijker: keuzes!) vindt klimaatfinanciering nauwelijks haar weg hiernaartoe.

Wel hebben onze partners en ik voor het eerst concrete antwoorden gekregen op het inzetten van small grants funds, die als bruggen kunnen fungeren tussen klimaatfinanciering en de lokale initiatieven. Hier gaan we komende tijd met hernieuwde energie op inzetten. Teleurstellend was dan weer dat de uitkomsten tijdens deze COP-onderhandelingen op het gebied van gender zelfs enigszins afgezwakt zijn. Niet erg verrassend, maar wel zorgwekkend.

Wat was wat jullie betreft de belangrijkste doorbraak dit jaar?

Niels: Het onderwerp dit jaar: loss and damage. Als je klimaatverandering niet kunt voorkomen en je je er niet aan aan kunt passen, zoals de overstromingen in Pakistan, dan ontstaat er schade. Economisch én emotioneel. De meest kwetsbare landen riepen dit jaar op tot het oprichten van een loss en damage fonds. Dat komt er. Dit betekent dat er eindelijk erkenning is voor mensen die al schade lijden, nu het geld nog. Met een fossiele industrie die voorlopig nog veel te weinig weerstand ervaart ben ik dan ook voorzichtig om hier te hard om te juichen. Want zo blijft het dweilen met de kraan open.

Daan: Ik ben het met Niels eens dat het loss and damage fonds een belangrijke stap is in de goede richting, met name voor de erkenning en tot op zekere hoogte het herstel van vertrouwen van landen uit het Globale Zuiden in dit proces, dat na veel gebroken beloften wel een steuntje kan gebruiken. Het is nu echter te hopen dat de oprichting van dit nieuwe fonds niet ten koste zal gaan van andere klimaatfinanciering. Daarnaast was het bij de oprichting van het Green Climate Fund 12 jaar geleden ook de bedoeling dat die 100 miljard per jaar geïnvesteerd zouden worden in mitigatie- en adaptatieprojecten in het Globale Zuiden, met veel mogelijkheden voor kleinere, transformationele projecten van lokale organisaties. Deze belofte is, ondanks veel op z'n zachts gezegd ongemakkelijke bestuursvergaderingen, nog altijd niet ingelost en ook de budgetten blijven achter op de beloften. Als maatschappelijke organisaties is het onze taak om ons te blijven inzetten voor de toegang tot dit geld voor lokale actoren, die het het hardst nodig hebben. Want daar gaat het uiteindelijk om!

En Niels, waar ga jij je nu op richten?

Niels: Er zijn nog best wat onderwerpen waar ik deze klimaattop op had gehoopt, maar die niet gebeurd zijn. Zo zouden Nederland en andere rijke landen zich moeten aansluiten bij de Beyond Oil and Gas Alliance én de Fossil Fuel Non-Proliferation Treaty moeten ondertekenen. Daarmee zou Nederland haar verantwoordelijkheid nemen om eindelijk te stoppen met het uit de grond halen van olie en gas in Nederland zelf, zoals onder de Waddenzee, en stoppen met alle fossiele subsidies.
Daarnaast zou ook de financiële sector wettelijk verplicht moeten worden om reductiedoelen te stellen, en zou fossiele reclame verboden moeten worden. Maar bovenal blijf ik me hard maken voor de juiste uitvoering van de Glasgowverklaring: een 100% fossielvrije exportkredietverzekering!

 

* Lees ook het verslag van het side-event over gender-just climate finance op de website van GAGGA.

** Meer financiering van agro-ecologische initiatieven was een van onze doelen op deze klimaattop.

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp