Both ENDS

Dossier

De toekomst van energie in Oeganda

In Oeganda heeft het overgrote deel van de inwoners op het platteland geen toegang tot elektriciteit, ondanks de vele stuwdammen, buitenlandse investeringen en grote overheidsuitgaven in energie, en nieuwe plannen voor waterkracht-, olie- en gasprojecten. Samen met onze lokale partners streven wij naar een duurzame energiestrategie voor Oeganda waarbij de behoeften en wensen van lokale gemeenschappen centraal staan.

Het is slecht gesteld met de toegang tot energie in Oeganda. Ongeveer 80% van de bevolking woont op het platteland en slechts 7% van hen heeft toegang tot elektriciteit. De rest is afhankelijk van brandhout, houtskool en paraffine om te voorzien in hun dagelijkse energiebehoeften. Waar het elektriciteitsnet de Oegandezen wel bereikt, is de prijs van elektriciteit te hoog; zowel voor gewone inwoners als voor fabrikanten en kleine tot middelgrote ondernemingen.

Waterkracht: goed voor investeerders, niet voor de bevolking

De Oegandese regering heeft ingezet op waterkracht als de oplossing voor dit probleem. Tot op heden zijn er 26 waterkrachtcentrales gebouwd en er staan er nog meer op de planning. Hoewel waterkracht goedkoop is in andere landen, is het juist duur in Oeganda: de regering houdt de prijzen hoog om investeerders tegemoet te komen, waardoor de meeste gebruikers de elektriciteit die ermee wordt opgewekt niet kunnen betalen - áls ze al op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.

En in tegenstelling tot wat veel mensen denken, zijn stuwdammen allesbehalve een schone en eerlijke energiebron. De bouw van stuwdammen leidt tot de gedwongen migratie van gemeenschappen. Zij verliezen daarmee niet alleen hun thuis, maar ook hun vruchtbare land en toegang tot water. Daarnaast gaan er door dammen productieve riviersystemen verloren, inclusief visserijen waarvan mensen afhankelijk zijn voor voedsel. Bovendien moet de impact van waterkracht op het klimaat ook niet worden onderschat: dammen zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen, verwoesten bossen en onttrekken belangrijke voedingsstoffen aan ecosystemen.

Olie en gas: privaat gewin, plaatselijke last

De Oegandese regering investeert ook veel geld in olie- en gaswinning. In 2006 werd er bijvoorbeeld commercieel interessante olie ontdekt in de Albertine Graben-regio. Buitenlandse bedrijven zoals het Franse TotalEnergies en het Chinese National Offshore Oil Corporation (CNOOC) hebben vervolgens overeenkomsten met de overheid ondertekend om olie te winnen in dit ecologisch kwetsbare gebied.

Mede door hun financiering is de 1.445 km lange East African Crude Oil Pipeline (EACOP) nu in aanbouw. De pijpleiding loopt dwars door dichtbevolkte gebieden, om de olie uiteindelijk van Oeganda naar een haven in Tanzania te transporteren. Deze pijpleiding zal een grote negatieve impact hebben op het milieu en op het levensonderhoud van mensen in de omgeving. Duizenden mensen zullen worden gedwongen om te verhuizen en dreigen hun land- en waterrechten te verliezen, en door olielekkages zullen schone waterbronnen, de beschikbaarheid van vis en de biodiversiteit worden aangetast. Ook zijn er al mensenrechtenschendingen in de regio waargenomen tijdens de eerste exploratiefase, zoals blijkt uit twee rapporten van Oxfam International en de Internationale Federatie voor de Mensenrechten.

Het financiële systeem steunt verkeerde oplossingen

In tijden van een ernstige klimaatcrisis zijn fossiele brandstoffen duidelijk niet de beste energiebron. Dat geldt ook voor waterkrachtprojecten die er nog steeds niet in slagen om betaalbare energie toegankelijk te maken voor het overgrote deel van de Oegandese bevolking. Toch worden investeringen van verschillende spelers – inclusief publieke investeerders – vooral ingezet op dit soort verkeerde oplossingen. Ontwikkelingsbanken hebben een actieve rol in het promoten van waterkracht als energiebron voor Oeganda. Zo hebben de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en de Wereldbank geïnvesteerd in de extreem controversiële Bujagali Dam, terwijl de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO op haar beurt in meer dan 8 waterkrachtprojecten in Oeganda heeft geïnvesteerd. De Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB verzekerde de bouw van de Achwa I-Waterkrachtcentrale, terwijl de exportkredietverzekeraar van het Verenigd Koninkrijk investeerde in Kabaale International Airport, dat gelinkt is aan de EACOP-pijpleiding. De meeste Nederlandse pensioenfondsen hebben aandelen in TotalEnergies en/of CNOOC, de primaire olie- en gasbedrijven in Oeganda.

Naar een duurzame en inclusieve energiestrategie voor Oeganda

In plaats van fossiele brandstoffen en waterkracht, heeft Oeganda dus een energiestrategie nodig die zowel de bevolking als de planeet respecteert. Ook dáárvoor zijn internationale investeerders nodig zoals ontwikkelingsbanken, pensioenfondsen en energiemaatschappijen. Zij kunnen bijdragen aan duurzame energieprojecten waarbij de behoeften van lokale gemeenschappen centraal staan.

Een veelbelovende hernieuwbare energiebron in Oeganda is zonne-energie: het hele jaar door krijgt het land namelijk ongeveer 8 uur zonlicht per dag. Off-grid zonne-energie is het ideale model voor Oeganda om landelijke en afgelegen gemeenschappen te voorzien van betaalbare en betrouwbare toegang tot energie. Daarom maken onze partners in Oeganda deze gemeenschappen bewust van de voordelen van off-grid zonne-energie en voeren zij campagne voor meer investeringen hierin. Samen pleiten we er ook voor dat de Oegandese overheid een beleid voor zonne-energie opstelt met richtlijnen over welke gebieden in Oeganda moeten worden aangewezen voor investeringen in off-grid zonne-energie, hoe dit gefinancierd moet worden en om de vereisten vast te stellen waar off-grid zonne-energieproducten aan moeten voldoen.

Naast het werk dat onze partners doen in Oeganda, moedigt Both ENDS investeerders uit Nederland en de EU aan om hun geld uit fossiele brandstoffen en waterkrachtcentrales terug te trekken. Both ENDS vraagt deze pensioenfondsen, ontwikkelingsbanken en exportkredietverzekeraars om in plaats daarvan te investeren in off-grid zonne-energieprojecten, waarbij mensenrechten, internationale regelgeving en het milieu worden gerespecteerd. Bovendien kunnen zij hun invloed gebruiken om de Oegandese regering te overtuigen geen schadelijke projecten meer goed te keuren en in plaats daarvan een beleid voor zonne-energie in te voeren en energie betaalbaar te maken.

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp