Both ENDS

En
Nl
Zoeken
Dossier

Gas in Mozambique

In 2011 werd in het noorden van Mozambique, in de kustprovincie Cabo Delgado, één van de grootste gasvoorraden ter wereld gevonden. Er wordt in totaal 25 miljard dollar geïnvesteerd om het gas te kunnen winnen. Tientallen multinationals en financiers zijn betrokken bij deze snelle ontwikkelingen. Voor mensen die in Cabo Delgado wonen is het heel moeilijk om enige invloed uit te oefenen op de plannen en activiteiten, terwijl zij de negatieve gevolgen ondervinden. Zij raken land kwijt door de komst van al deze bedrijven.

Valse beloften

Het Amerikaanse bedrijf Anadarko had in eerste instantie de concessie voor het Mozambikaanse gasveld in handen, maar verkocht het in 2019 aan het Franse Total. Total is ervoor verantwoordelijk om alle infrastructuur op het land te bouwen die nodig is om het gas te kunnen verkopen. Op dat land wonen duizenden mensen, boeren en vissers, van wie 2500 personen geherhuisvest moeten worden. De bedrijven beloofden de gemeenschappen dat hun leven veel beter zou worden, omdat de gaswinning enorme economische voorspoed en banen zou opleveren. Echter, tot nu toe zien de gemeenschappen daar weinig van.

Integendeel: Velen van hen raakten de toegang tot vruchtbaar land en visgronden kwijt en moesten hun huis verlaten. De procedure waarmee compensatie beschikbaar is gesteld, verliep onduidelijk en chaotisch. De autoriteiten hielden bij de herhuisvesting nagenoeg geen rekening met de sociale en geografische context: vissers verhuisden naar het binnenland – waar ze niet meer kunnen vissen - en de herhuisvesting leidde tot conflicten tussen de nieuwkomers en de mensen die er al woonden. Van hen werd verwacht dat ze hun toch al schaarse land beschikbaar zouden stellen aan de nieuwkomers.

Gewelddadig conflict

Er is veel frustratie, vooral bij de jongeren. De werkgelegenheid en de enorme rijkdom die de bedrijven beloofden blijft uit. Het werk dát er is voor de mensen uit Cabo Delgado, is laaggeschoold en dus laagbetaald. Daarbij hebben de ontwikkelingen een enorme aantrekkingskracht op mensen uit andere delen van het land en uit de wereld. Daarnaast is er sinds 2017 in de regio een zeer gewelddadig conflict aan de gang. Gewapende militanten branden huizen af en mensen worden in brand gestoken of onthoofd. Over wie deze mensen zijn en wat hun motivatie is bestaan veel verschillende verhalen, maar vooral jongeren schijnen zich uit frustratie aan te sluiten bij deze groep.

Duizenden mensen zijn hun dorpen inmiddels ontvlucht. De Mozambikaanse overheid reageert door het gebied te militariseren, maar de bewoners voelen zich daardoor niet veiliger. Ze worden willekeurig door soldaten opgepakt op verdenking van terrorisme of zomaar in elkaar geslagen en journalisten mogen het gebied niet in of worden opgepakt. Niemand lijkt precies te weten waar het conflict over gaat; volgens lokale organisaties is de gasontwikkeling één van de drivers van het conflict, in de media en door de Mozambikanen zelf worden verschillende verklaringen geopperd voor de oorzaken, maar de overheid zwijgt erover. Zeker is dat juist die verwarring bijdraagt aan de chaos in het gebied.

Schuldencrisis en financiële baten

Bovenop alle chaos bestaat ook nog een enorm corruptieschandaal rondom de gasontwikkelingen. In 2016 bleek dat de private banken VTB Capital en Credit Suisse in het geheim 2 miljard dollar hadden geleend aan drie Mozambikaanse staatsbedrijven, zonder goedkeuring van het parlement. Omdat de gaswinning langer op zich liet wachten dan verwacht, kon Mozambique de leningen niet terugbetalen en ontstond een schuldencrisis. De elite, waaronder de huidige president Nyusi, profiteerde van de lening. Zo wordt Nyusi ervan beschuldigd 4 miljoen dollar te hebben ontvangen om zijn campagne te bekostigen. Die schuld moet worden terugbetaald met belastinggeld, mogelijk vanuit de gasbaten. Hoewel de inkomsten uit het gas financiële baten kunnen opleveren voor de Mozambikanen, heeft het Mozambikaans maatschappelijk middenveld zorgen over of het geld dat verdiend wordt uiteindelijk bij de mensen terecht zal komen. De combinatie van o.a. corruptie, suggesties dat oliebedrijven hun beveiligingskosten van de belasting mogen aftrekken en de afwezigheid van garanties dat burgers zullen profiteren, maakt dat men kritisch is op de financiële baten van het gas.

Nederlandse betrokkenheid

Ook Nederlandse bedrijven zijn betrokken bij de gasontwikkelingen in Cabo Delgado. Baggeraar Van Oord heeft een contract gekregen om voor de kust te baggeren, om zo de weg vrij te maken voor de aanleg van de benodigde infrastructuur in zee. Om grote LNG-schepen veilig te laten varen heeft het Nederlandse Smit Lamnalco, zusterbedrijf van Boskalis, een tienjarig dienstcontract. Shell heeft een contract met de Mozambikaanse overheid om een 'Gas to Liquids' (GTL)-installatie te bouwen en het gas geschikt te maken voor de nationale markt. De Nederlandse exportkredietverzekeraar Atradius DSB heeft een aanvraag liggen van een nog niet bekend gemaakt Nederlands bedrijf voor een verzekering in het gasproject. Atradius DSB is momenteel bezig met een uitgebreide financiële, sociale en milieubeoordeling. Both ENDS heeft de zorgen van lokale NGOs met Atradius DSB gedeeld. Daarnaast wordt het project ook via andere kanalen gefinancierd, onder andere via de AfDB - waar ook Nederlands publiek geld in zit (zie kader onderaan).

Fossiele brandstoffen

De Nederlandse overheid overweegt om ondersteuning te geven aan een Nederlandse exporteur in dit gasproject. Deze ondersteuning zou bijdragen aan een 'carbon lock-in' voor Mozambique. Het gasveld is een van de grootste ter wereld en onttrekking van het gas uit de grond zal ongeveer 30 jaar duren.

In een context van enorme investeringen, extreem geweld, en politieke spanningen doen maatschappelijke organisaties alles wat ze kunnen om op te komen voor de rechten van de gemeenschappen. Both ENDS werkt samen met de boerenvakbond (UPC) in Cabo Delgado en Palma. De boerenvakbond representeert meer dan 8000 boeren in de regio, voornamelijk vrouwen. UPC werkt in het Palma-district om de gemeenschappen bij te staan in het monitoren van het herhuisvestingsproces, en zit regelmatig aan tafel bij Total en de overheid. Both ENDS houdt contact met de Nederlandse actoren in dit project en spreekt hen waar nodig aan op hun verantwoordelijkheden om milieu & mensenrechten te respecteren. Ook roept Both ENDS de Nederlandse overheid op om te stoppen met publieke steun voor fossiele projecten.

 

African Development Bank

In november 2019 bevestigde de African Development Bank (AfDB) via een persbericht dat het een lening van 400 miljoen dollar zou verstrekken aan het project in Cabo Delgado. De AfDB is een ontwikkelingsbank en opereert dus met publiek geld dat uit vele landen, waaronder Nederland, afkomstig is. De AfDB heeft, zoals de meeste ontwikkelingsbanken, een ‘Disclosure and Access to Information policy’ die zegt dat iedereen via de website van de bank verzoeken tot informatie kan indienen.

De Mozambikaanse organisatie UPC en Both ENDS verzochten de AfDB om meer gedetailleerde informatie over het project, maar de AfDB stelde deze niet te kunnen geven omdat deze vertrouwelijk was.

Omdat dit volgens Both ENDS en UPC niet strookt met het doel van de bank om transparant te zijn, besloten zij– als eerste maatschappelijke organisaties ooit – gebruik te maken van de mogelijkheid van beroep bij de AfDB. Dat bleek niet gemakkelijk; nergens was te vinden hoe beroep moest worden aangetekend en aan wie het moest worden gericht.  Uiteindeijk dienden de organisaties op 6 maart 2020 het beroep in tegen het besluit van de AfDB om te weigeren informatie te delen over de investering.

In afwachting van het beroep werd er door de AfDB al meer informatie met UPC en Both ENDS gedeeld, waaruit onder andere blijkt dat er ook binnen het bestuur twijfels bestaan over de kosten en baten van het project, over het naleven sociale en milieu eisen, en over reputatierisico’s voor de bank. Bovendien werd duidelijk dat de lening van de AfDB vooral bedoeld is om exportkredietverzekeraars ervan te overtuigen dat dit een stabiel project is.

Het beroep werd helaas eind april 2020 afgewezen, waardoor Both ENDS en UPC zich nu genoodzaakt voelen om na te denken over vervolgstappen. Het indienen van het beroep heeft echter toch ook positieve gevolgen gehad: niet alleen heeft de AfDB na indiening van het beroep veel meer informatie gedeeld dan in de periode ervoor, ook staat na onze klachten nu duidelijke informatie op de website van de AfDB over de procedure voor het aantekenen van beroep.

 

Voor meer informatie

Lees meer over dit onderwerp