Both ENDS

Dossier

Participatieve planning in landgebruik (PLUP)

Het doel van participatieve planning in landgebruik (PLUP) is duurzaam, inclusief en gender-responsief beheer van land. PLUP is vooral belangrijk voor bevolkingsgroepen wiens de landrechten onvoldoende worden erkend.

Overal ter wereld ondervinden inheemse bevolkingsgroepen, plattelandsgemeenschappen, kleine boeren, veehouders, vrouwen en jongeren problemen bij de toegang tot land. In veel niet-Westerse landen hebben inheemse bevolkingsgroepen en rurale gemeenschappen gemeenschappelijke landrechten, die echter vaak slecht in kaart gebracht of zelfs compleet genegeerd worden in de officiële landadministratie. Ondertussen nemen de wereldwijde investeringen in commerciële landbouw en infrastructuur toe waarvoor grote arealen aan "vacante" grond worden gebruikt of aangekocht.

Als de rechten van lokale gemeenschappen op het (collectieve) gebruik, beheer en bezit van hun land niet duidelijk worden vastgelegd of erkend of wanneer er bij officiële planningsprocedures geen rekening wordt gehouden met de realiteit van inheemse volken en lokale gemeenschappen, bestaat het gevaar dat hun rechten beperkt, genegeerd of geschonden worden bij deze investeringen. Dat kan er ook toe leiden dat land dat deze groepen van oudsher toebehoort in strijd met het internationale recht wordt afgepakt. Daarbij komt nog dat duurzaam landbeheer in de vorm van ecologische landbouw, analoge bosbouw of herbebossing door boeren onder druk komt te staan door deze grootschalige ontwikkelingen, terwijl duurzaam landgebruik juist steeds belangrijker wordt om de gevolgen van klimaatverandering, ontbossing en verwoestijning tegen te gaan.

Participatieve planning in landgebruik: PLUP

Deze ontwikkelingen illustreren dan ook dat er behoefte is aan inclusieve en participatieve vormen van landbeheer. Participatieve planning in landgebruik (hierna ook aangeduid als "PLUP": Participatory Land Use Planning) is zo'n vorm. PLUP helpt gemeenschappen hun rechten op het gebruik, bezit en beheer van hun grond te claimen, vooral als zij land bezitten middels gewoonterecht of in gemeenschappelijk bezit hebben, en dat zowel in de praktijk als via lokale en nationale beleidsdiscussies. Op deze manier kunnen conflicten over landgebruik worden voorkomen of opgelost, kan de lokale bevolking zich verdedigen tegen landroof, kunnen gemeenschappen plannen maken voor duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en wordt een kader geboden voor inclusieve besluitvorming over landgebruik.

Via PLUP proberen we (top-down) planningsprocessen voor landgebruik te verenigen met de (bottom-up) versterking van gemeenschappen en onder te brengen in een kader dat hun gemeenschappelijke landrechten erkent en beschermt en hen in staat stelt deze rechten te gebruiken.

Verzekeren van de landrechten van lokale gemeenschappen

Verbetering van het recht op land voor lokale grondeigenaren en gemeenschappen staat centraal bij de PLUP-aanpak. Versterking van de rechten van de lokale bevolking op toegang tot en gebruik van land geeft gemeenschappen een basis om in duurzaam landgebruik te investeren. Erkenning van de landrechten van de lokale bevolking en zekerheid van bezit bieden bovendien institutionele bescherming tegen ongewenste inmenging van externe actoren die de rechten van de lokale gebruikers niet ten volle respecteren. Duurzaam landgebruik en collectieve grondgebonden bedrijvigheid werpen tevens economische en sociale barrières op tegen landroof en de aankoop van gemeenschappelijk land door het bedrijfsleven.

Via PLUP-processen worden lokale landgebruikers en gemeenschappen in staat gesteld hun landrechten te identificeren en op te eisen in de 'taal' van de lokale en internationale wetgeving. Ook kunnen ze daarmee hun land beheren en lange-termijn plannen maken voor landgebruik in overeenstemming met hun sociale, culturele en economische waarden en zorgen dat hun ideeën worden geïntegreerd in de planning en besluitvorming omtrent het landgebruik.

Implementatie van PLUP

Op welke wijze participatieve planning in landgebruik wordt geïmplementeerd hangt af van de lokale context. Het kan beginnen met het bewustmaken van de lokale gebruikers, gemeenschappen en autoriteiten van het belang van PLUP, bijvoorbeeld via workshops. Het kan ook nodig zijn de lokale gebruikers, gemeenschappen en autoriteiten te trainen in community mapping-technieken en dan met name in gender-sensitieve en gender-responsieve mapping- en planprocessen.

Een belangrijke stap is vaak het daadwerkelijk in kaart brengen van landrechten en -gebruik op dorpsniveau. Hierbij wordt soms ook gebruik gemaakt van mediation en geschillenbeslechting met naburige gebruikers over landrechten, grenzen en aanspraken. Zodra er consensus is bereikt op welke arealen de landrechten van de gemeenschap van toepassing zijn - vastgelegd op een kaart - en wat die rechten precies inhouden, kan de gemeenschap gefundeerde besluiten nemen over de manier waarop haar grond gebruikt zou moeten worden.

Hierbij moeten ook de lokale en regionale autoriteiten betrokken worden. De bedoeling is dat de PLUP-activiteiten zoveel mogelijk worden afgestemd op het beleid voor de ruimtelijke ordening, zodat de kaart met het landgebruik op dorpsniveau kan worden geïntegreerd in de formele plannen. Hiervoor moet gelobbyd worden op alle overheidsniveaus (lokaal, regionaal en nationaal) om de weg vrij te maken voor officiële erkenning van de PLUP-processen, het door de gemeenschap in kaart gebrachte landgebruik en - uiteindelijk - de landrechten en belangen waarop de gemeenschappen aanspraak maken tijdens deze processen.

Both ENDS en PLUP: werken met organisaties uit de gemeenschap

Both ENDS ondersteunt lokale CSO's bij het ontwikkelen van de capaciteiten van de lokale gemeenschappen om hun landrechten op te eisen en te verdedigen via PLUP en PLUP naar het regionale, nationale en internationale beleidsniveau te tillen. Samen met onze partners in Indonesië hebben we bijvoorbeeld een pilotproject in West-Kalimantan opgezet om te zorgen dat de kaarten van de gemeenschap worden geïntegreerd in de officiële procedures voor ruimtelijke ordening op districtsniveau. De planning van het landgebruik wordt in Indonesië namelijk gebaseerd op officiële kaarten waarop geen gewoonterechten en dorpsgrenzen zijn aangegeven. Dit maakt gemeenschappen kwetsbaar voor landroof en verdrijving door bijvoorbeeld palmolieproducenten die hun plantages zonder toestemming van de lokale bevolking uitbreiden naar de grond die zij claimen en gebruiken. Het project heeft ervoor gezorgd dat PLUP en de daaruit ontstane kaarten op de agenda van de districtsregering kwamen. De districtsregering heeft officieel afgekondigd de rurale gebieden te zullen afbakenen op basis van de door de gemeenschappen geproduceerde kaarten en zo de belangen van de lokale gemeenschappen te waarborgen. De impact die dat had op de lokale gemeenschappen wordt getoond in de korte film Mapping our Future.

In Kenia heeft PLUP in de Tana-delta een volledig plan voor landgebruik opgeleverd dat gezamenlijk is vastgesteld door de lokale gemeenschappen, autoriteiten en NGO's. Een paar jaar geleden hebben we ook een PLUP-project opgestart bij twee gemeenschappen in het Monze-district in Zambia. Na diverse community meetings in 2017 werden er vervolgstappen gepland om de kaarten te verbeteren door ook familiebezit in kaart te brengen. Volgens sommige leden van de gemeenschap brachten de PLUP-processen ook open gesprekken binnen de families teweeg over de verdeling van de grond tussen de echtgenoten, wat ertoe leidde dat delen van het land aan de vrouwen werden toegekend.

PLUP: innovatieve oplossing voor duurzaam beheer van land

Aangezien via PLUP gewaarborgd wordt dat de doelen, waarden en belangen van de mensen en bevolkingsgroepen van wie het land bedreigd wordt centraal komen te staan bij de planningsprocessen voor landgebruik, biedt de aanpak een innovatieve oplossing voor lokale uitdagingen op het gebied van het beheer van land.

Both ENDS wil daarom ervaring opdoen met PLUP en die delen, allerlei tools ontwikkelen, seminars en andere fora organiseren, community-based organisaties helpen bij het toepassen van deze tools en inzichten op hun eigen situatie en de geesten rijp maken voor een inclusieve, participatieve en gender-sensitieve aanpak bij het in kaart brengen en beheren van land en deze praktijken integreren in de conventionele nationale en internationale planningsprocessen voor landgebruik.

Lees meer over dit onderwerp