In de Noordoostelijke punt van de Flevopolder bevindt zich landgoed Roggebotstaete. Een levendige oase van natuur en biodiversiteit, ontstaan door menselijke arbeid. Ooit was het de boomkwekerij van de Rijksdienst, maar sinds het in 2012 werd geschonken aan Stichting Roggebotstaete Landgoed hebben zich er allerlei nieuwe initiatieven ontwikkeld rond het thema 'eetbare natuur'. Both ENDS startte vanuit haar toenmalige Rich Forests- programma in 2015 samen met Roggebotstaete een voedselbos op het landgoed. Lennard Duijvestijn, de aanjager van het landgoed, vertelt ons over zijn passie voor het landgoed, het unieke van voedselbossen en zijn hoop voor de toekomst, om te beginnen die van Flevoland.
Ongeveer 75% van de Kenianen verdient hun gehele inkomen of een deel daarvan uit de agrarische sector, dit staat gelijk aan 33% van het bruto binnenlands product (bbp) van het land. Toch is de landbouwproductiviteit de afgelopen jaren gestagneerd. Er zijn verschillende factoren die aan deze lage landbouwproductiviteit hebben bijgedragen aan deze lage, waaronder een algemene afname in bodemvruchtbaarheid vanwege de constante opname van voedingsstoffen door gewassen; slechte landbouwmethoden; bodemdegradatie en het overmatige/verkeerde gebruik van kunstmatige meststoffen die de bodem verzuren. De oplossing voor deze problemen is: Agro-ecologie.
In tijden van ontbossing, aantasting van ecosystemen en klimaatverandering, hebben plattelandsgemeenschappen het vaak moeilijk om op een gezonde en autonome manier in hun levensonderhoud te voorzien. Een van de oplossingen om hun problemen te bestrijden is Analog Forestry, een duurzame praktijk die bevorderd en uitgevoerd wordt door veel partners van Both ENDS. Wat zijn de voordelen van deze methode? Carolina Sorzano Lopez*, een Analog Forestry-trainer uit Colombia die is aangesloten bij het International Analog Forestry Network (IAFN), en Luz Marina Valle*, een lokale promotora van Analog Forestry in haar gemeenschap El Jocote in het noorden van Nicaragua, leggen het ons uit.
Ongeveer één op de zes mensen, met name vrouwen, is direct afhankelijk van bossen voor hun levens en levensonderhoud, en dan vooral met betrekking tot voedsel. Dit laat zien hoe belangrijk bossen en niet-houten bosproducten (Non-Timber Forest Products / NTFP's) zijn voor de veerkracht van gemeenschappen. Deze producten zijn voor hen een bron van voedsel, water en inkomsten, maar hebben ook een culturele en spirituele betekenis.
Overal ter wereld produceren kleinschalige boerinnen en boeren voedsel op een duurzame en inclusieve manier. Ze werken samen met de natuur en met elkaar, en voorzien hun gezinnen en gemeenschappen van voldoende en gezond voedsel. Deze manier van produceren staat echter overal onder druk door grootschalige landbouw en het wereldwijd dominante industriële voedselsysteem. Samen met onze partners
probeert Both ENDS het tij te keren ten gunste van duurzame, lokale praktijken die meestal 'agro-ecologisch' of 'natuurinclusief' worden genoemd. Waarom onze
focus daarop? Agro-ecologische praktijken zijn klimaatbestendig, inclusief en vergroten de mogelijkheden voor gemeenschappen overal ter wereld om duurzaam in hun voedsel te voorzien.
What do we mean when we say the 'politics of water'? How are the distribution of water and the access to water influenced by political-economic interests? And who has the power to reverse the flow and change tides?
Na vele jaren op internationale platforms zoals de VN te hebben gepleit voor goed milieubeleid, vroeg de Keniaanse Violet Matiru zich af: "Wat voor invloed heeft al dit lobbyen op onze gemeenschappen? Hoe helpt dit de moeders die nog steeds worstelen met het halen van water en die nog steeds koken op houtkachels?" Dat was de aanleiding voor haar en haar collega's om MCDI Kenia (Millennium Community Development Initiatives) op te richten en om samen te gaan werken met lokale gemeenschappen. Wij praatten met haar over de historische en huidige machtsverschillen in waterbeheer en over haar inspanningen om het waterbeheer in het stroomgebied van de Athi, dat zich uitstrekt van het gebied stroomopwaarts van Nairobi naar de Indische Oceaan, te verbeteren.