De bescherming van intellectueel eigendom is op verschillende niveaus geregeld. Op internationaal niveau is dit vooral geregeld via de Wereldhandelsorganisatie WTO en via handelsverdragen. Maar wat betekent dit in de praktijk voor ons? Met deze infographic hebben we gevisualiseerd wat er gebeurt als een eigenaar van intellectueel eigendom - vaak een groot bedrijf - denk dat zijn rechten worden geschonden.
De komende week is Genève het epicentrum van de wereldhandel, als handelsministers en andere hoogwaardigheidsbekleders uit de hele wereld samenkomen voor de ministeriële top van de Wereld Handels Organisatie (WTO). Liesje Schreinemacher, de Nederlandse minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, gaat er met een delegatie naartoe. Onze collega Burghard Ilge gaat mee als officieel delegatielid om de maatschappelijke organisaties te vertegenwoordigen. Collega Fernando Hernandez reist eveneens naar Genève, en zal buiten de conferentiezaal samen met andere maatschappelijke organisaties uit de hele wereld de onderhandelingen volgen en proberen te beïnvloeden.
Het klinkt zo logisch: patenten en andere intellectuele eigendomsrechten beschermen investeringen in innovaties, waardoor er meer innovaties gedaan worden waarvan de hele wereld vervolgens kan profiteren. Zoals nieuwe medicijnen of droogte-resistente gewassen. Maar in de praktijk werken deze eigendomsrechten vaak averechts en belemmeren ze de toegang tot innovaties juist voor degenen die ze het hardst nodig hebben.
Het buitenlandse handelsbeleid van de Europese Unie (EU) heeft veel gevolgen voor de duurzaamheid van voedselsystemen in ontwikkelingslanden en specifiek voor boeren, veehouders en burgers. De EU dringt op allerlei manieren aan op stevige intellectuele eigendomsrechten op planten en dat heeft impact op voedselsystemen vanaf de basis, namelijk vanaf de zaden die beschikbaar zijn voor boeren om te verbouwen. Binnen de set van intellectuele eigendomsrechten is het belangrijkste instrument dat wordt bepleit door de Europese autoriteiten, de wet van 1991 van het UPOV-verdrag. Dat verdrag verleent exclusieve rechten aan kwekers op het teeltmateriaal van nieuwe plantenrassen, terwijl de rechten van anderen om het materiaal te gebruiken voor verdere veredeling en de rechten van boeren om hun zaden vrijelijk te bewaren, te gebruiken, te ruilen en te verkopen, juist ernstig worden ingeperkt.
Meer dan 200 maatschappelijke organisaties en belangengroepen uit zuidelijke landen hebben maandag 15 februari een brief aan Kaag gestuurd. Daarin vragen ze haar een voorstel richting de EU te steunen om in het licht van de COVID-19 pandemie een uitzondering op WTO regels rond intellectueel eigendom te maken.
Overal ter wereld produceren kleinschalige boerinnen en boeren voedsel op een duurzame en inclusieve manier. Ze werken samen met de natuur en met elkaar, en voorzien hun gezinnen en gemeenschappen van voldoende en gezond voedsel. Deze manier van produceren staat echter overal onder druk door grootschalige landbouw en het wereldwijd dominante industriële voedselsysteem. Samen met onze partners
probeert Both ENDS het tij te keren ten gunste van duurzame, lokale praktijken die meestal 'agro-ecologisch' of 'natuurinclusief' worden genoemd. Waarom onze
focus daarop? Agro-ecologische praktijken zijn klimaatbestendig, inclusief en vergroten de mogelijkheden voor gemeenschappen overal ter wereld om duurzaam in hun voedsel te voorzien.