Both ENDS

Nieuws / 28 november 2017

10 jaar na baanbrekend vonnis vechten de Saramaka nog steeds voor hun rechten

Op 28 november 2007 wonnen de Saramaka een baanbrekende rechtszaak tegen Suriname bij het Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof (IACHR). Het Hof bepaalde onder andere dat Suriname geen concessies meer mag uitgeven op tribaal grondgebied zonder toestemming van de bewoners. 10 jaar later komt er van de uitvoering van dit vonnis echter weinig terecht.

De Saramaka zijn een groep Marrons, afstammelingen van slaven die zich in de 17e eeuw bevrijdden en zich in de bossen van Suriname vestigden. Al sinds de jaren '60 van de vorige eeuw werden zij getroffen door economische activiteiten van de Surinaamse regering, onder andere toen in 1963 een dam de helft van hun leefgebied onder water zette. Toen de Saramaka in de jaren '90 herhaaldelijk in conflict kwamen met houtkapbedrijven op hun grondgebied, stapten Saramaka-leiders Hugo Jabini en Wanze Eduards namens de Vereniging van Saramaka Gezagsdragers (VSG) naar het Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof.

In een baanbrekende uitspraak bepaalde dit Hof onder andere dat Suriname de eigendomsrechten van de Saramaka en andere tribale volken heeft geschonden door concessies uit te geven op tribaal grondgebied, en sommeerde de Surinaamse overheid om dit vanaf nu niet meer te doen en zoveel mogelijk van de aangerichte schade te herstellen. Nu, 10 jaar later, heeft de overheid nog maar weinig stappen gezet om het vonnis van het IACHR uit te voeren. Both ENDS maakt de balans op van de status van de belangrijkse onderdelen van het vonnis:

  • Vonnis publiceren
    De Surinaamse overheid moet het vonnis van het IACHR vertalen naar lokale talen en dit publiceren in lokale media.
    Status: afgerond. Het vonnis heeft onder andere in het Nederlands in De Ware Tijd gestaan en is in het Saramakaans gepubliceerd op lokale radiostations in Paramaribo en langs de rivieren Tapanahoni en Boven-Suriname.
  • Schadevergoeding
    De Surinaamse staat moet een schadevergoeding betalen aan het speciaal hiervoor opgerichte Saramaka Ontwikkelingsfonds.
    Status: afgerond. Suriname heeft een bedrag van omgerekend US-$ 675.000,- in het fonds gestort, waarmee de Saramaka een paar kleine projecten hebben gefinancierd, waaronder een tweetalige rekenonderwijsmethode, een drinkwaterproject, de bouw van een polikliniek, een ontmoetingscentrum en de inrichting van een internaat in Atjoni voor studenten.
  • Saramaka als rechtspersoon
    Suriname moet het Saramaka-volk erkennen als rechtspersoon.
    Status: niet gebeurd.
  • Eigendomstitels voor Saramaka en andere groepen
    Suriname moet de traditionele grondgebieden van alle tribale groepen (inheems en Marron) in kaart brengen en hen daarvoor eigendomstitels geven.
    Status: op kosten van de staat hebben onderzoekers van het instituut Narena/Celos een conceptkaart gemaakt van het tribale grondgebied van de Saramaka en voorgelegd aan het ministerie van Regionale Ontwikkeling. Dit concept is echter nooit geaccepteerd, en eigendomsrechten zijn niet in zicht. Het ministerie frustreert en vertraagt dit proces.
  • Activiteiten terugdraaien
    Waar mogelijk, moet de overheid activiteiten en aangerichte schade in tribale gebieden ongedaan maken.
    Status: er is geen enkele activiteit teruggedraaid.
  • Benefit sharing
    Waar terugdraaien niet mogelijk is, moet de lokale bevolking mee profiteren van de opbrengsten van de al bestaande economische activiteiten.
    Status: de tribale bevolkingsgroepen delen niet in de opbrengsten.
  • Stop op uitgifte concessies
    De Surinaamse overheid mag geen concessies meer uitgeven die de tribale eigendomsrechten schenden.
    Status: de Surinaamse overheid geeft nog steeds concessies uit in tribale gebieden.
  • Free, Prior and Informed Consent
    Voor nieuwe economische handelingen in tribale gebieden moet de Surinaamse overheid zich houden aan het principe van Free, Prior and Informed Consent (FPIC). FPIC houdt in dat lokale gemeenschappen inspraak hebben in projecten op hun territorium, zonder onder druk te worden gezet (free), voordat het project begint (prior) en op basis van juiste informatie (informed). Daarnaast moet voor nieuwe projecten een Sociale (SER) en een Milieu-effectrapportage (MER) moet worden opgesteld.
    Status: FPIC wordt niet toegepast en SER en MER worden niet gemaakt. Er is zelfs niet eens milieuwetgeving waaraan projecten moeten voldoen.

Hoe nu verder?

Het is duidelijk dat de Surinaamse overheid tot nu toe zeer laks is in het uitvoeren van het vonnis en nog altijd op grote schaal de rechten van haar inheemse en Marron-bevolking schendt. Desondanks heeft de uitspraak wel de bewustwording in Suriname vergroot over de rechten van de tribale volken en hun problemen. Het onderwerp staat op de agenda en is in de programma's van politieke partijen opgenomen. Daarnaast hebben de inheemse groepen en de Marrons door het vonnis hun krachten gebundeld, omdat ze voor dezelfde problemen staan en het vonnis beide groepen aangaat.

De Saramaka en de andere groepen blijven dan strijden voor hun rechten. Niet alleen in Suriname zelf, maar ook op internationaal niveau. Zo heeft het IACHR in 2015 in een andere rechtszaak, aangespannen door de Kaliña en Lokono-bevolking tegen de Surinaamse staat, ook geoordeeld in het voordeel van de inheemse groepen. Een zaak over de grondrechten van de Maho-bevolking loopt op dit moment.

Daarnaast roepen de Saramaka internationale instituten als de Wereldbank, het IMF en de Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank op om hun financiële steun voor illegale projecten in tribale gebieden in te trekken. Zo kunnen de Saramaka mogelijk enkele projecten die hen bedreigen, zoals dammen, tegenhouden. Both ENDS steunt Hugo Jabini en zijn organisatie, de VSG, in deze missie.

 

Meer lezen:

Lees meer over dit onderwerp